Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


Weldon, niet om al het geld mede te nemen dat zich aan boord bevond, ongeveer vijfhonderd dollars. Het was waarlijk niet veel! Mevr. Weldon had een veel grootere som in haar bezit gehad, maar men vond ze niet terug. Wie anders dan Negoro had gezorgd de eerste bezoeker van het schip te zijn en wie anders dan hij had den geldvoorraad van kapitein Hull en van Mevr. Weldon geplunderd?

Hiertoe nu had kapitein Hull zich gedurende dezen tocht verplicht gezien; maar op zijn volgende reis was hij van plan een hoogere breedte te halen en als het moest, zich in het gezicht te begeven van Clarie-land en Adelie-land waarvan de ontdekking, die door den Amerikaan Wilkes betwist werd, wel degelijk te danken is aan den beroemden kommandant der Astrolabe en der Zelée, den Franschman Dumont d'Urville.

Deze omstandigheid zou aan de worsteling slechts een vreeselijker karakter mededeelen. De walvisch zou nu den strijd hervatten voor twee. Kapitein Hull keek naar den kant van den Pelgrim. Zijn hand bewoog driftig den staak met de vlag. Wat kon Dick Sand anders doen dan hetgeen hij bij het eerste signaal van den kapitein reeds gedaan had?

Evenwel verloor hij den moed niet. Mevr. Weldon had zeer goed begrepen, wat er in het moedige hart van den leerling omging. "Heb dank, Dick," zeide zij tot hem met vaste stem. "Kapitein Hull is niet meer! Zijn geheele equipage is met hem omgekomen. Het lot van het schip is in uw handen! Dick, je zult het schip met allen die het draagt, redden."

De brik had slechts ballast in, een ballast van zand dat over bakboord geslagen was en het schip op zijde hield. Aan dezen kant viel er dus niets te redden. "Niemand hier!" zei kapitein Hull. "Niemand," antwoordde de leerling, na zich naar het voorste gedeelte van het ruim begeven te hebben.

Welk grooter noodlot nog had den ongelukkigen kapitein Hull, gewoonlijk zoo verstandig, aangespoord om alles op het spel te zetten, teneinde zijn lading aan te vullen? En welke ramp, vreeselijker dan deze, kon er opgeteekend worden in de jaarboeken van de groote visscherij, waarbij geen enkel matroos van de walvischsloep had kunnen gered worden! Ja! het was een vreeselijk noodlot!

Doch opnieuw wierp Dingo zich op de twee zelfde letters en legde ze weer ter zijde. Dezen keer zette hij er zijn pooten op en scheen vast besloten ze te houden. Wat de andere letters van 't alphabet aangaat, zij schenen voor hem niet te bestaan. "Dat is vreemd!" zei Mevr. Weldon. "Werkelijk zeer zonderling," antwoordde kapitein Hull, die de twee letters met aandacht bekeek. "S. V." zei Mevr.

"Opgepast!" riep kapitein Hull. "Laat geen worp verloren gaan! Mikt goed, jongens! Ben je klaar, Howik?" "Klaar, mijnheer," antwoordde de bootsman, "maar een ding maakt me ongerust en dat is dat het dier, na zoo snel gevlucht te zijn, op dit oogenblik zoo stil is!" "Je hebt gelijk, Howik, dat komt me ook verdacht voor." "Laten we op onze hoede zijn!" "Ja, maar laten we vooruit gaan."

"Veel ophebben met kakkerlakken en een hekel hebben aan honden!" riep kapitein Hull uit. "Hoe is 't mogelijk, mijnheer Benedict!" "Een goede hond toch!" zei kleine Jack, die den grooten kop van Dingo in zijn handjes nam. "Nu ja, 'k heb niets tegen den hond!..." antwoordde neef Benedictus. Maar dit zal 'k je zeggen.

Om nu naar San-Francisco te vertrekken, bevond Mevr. Weldon zich dezer dagen in de noodzakelijkheid in Australië een van de vaartuigen op te zoeken van de transatlantische compagnie, de "Golden Age", die van Melbourne over Papeiti naar de landengte van Panama varen. Daarna, eenmaal te Panama, moest zij op het vertrek wachten van de Amerikaansche stoomboot, die een geregelden dienst daarstelt tusschen de landengte en Californië. Van daar dan vertraging, overscheping, allerlei bezwaren in één woord die voor een vrouw en een kind zeer onaangenaam zijn. Op dit oogenblik liep de Pelgrim Auckland binnen. Zij aarzelde niet en vroeg aan kapitein Hull haar aan boord te nemen om haar, haren zoon, neef Benedictus en Nan, een oude negerin die sedert hare kindsheid bij haar in dienst was, naar San-Francisco over te brengen. Drie duizend zeemijlen op een zeilschip! Maar het schip van kapitein Hull was zoo behoorlijk in orde en de moesson was nog zoo goed aan weerszijden van den aequator! Kapitein Hull nam het volgaarne aan en stelde dadelijk zijn eigen kajuit ter beschikking van Mevr. Weldon. Hij wilde dat zij gedurende den overtocht, die een veertig

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek