United States or Oman ? Vote for the TOP Country of the Week !


De dokter en de baker kwamen er bij. De dokter had het gordijn wechgeschoven, hij trok Jozef bij zijn arm bedaard van het bed te-rug. Maar Jozef rukte zich los en riep, huilend: Maar, ze sterft! waarom heeft u me dat niet gezeid? O, God, o, God, wat moet ik doen? Ze is koud, dokter, zoo koud als ijs, zeg ik u, en kijkt u d'r oogen eens!

De vluchtende Aap sprong dan onder vreeselijk gebrul bliksemsnel achteruit, greep den Hond met ongelooflijke behendigheid vast, sloeg hem op den kop, beet en krabde hem zoo erg, dat zijn tegenstander totaal verbluft en gewoonlijk droevig huilend, zich uit de voeten maakte. Des te grappiger was hun alle perken te buiten gaande vrees voor Kruipende Dieren en Amphibiën van allerlei soort.

Huilend richt hij zich op; hij schudt de val heen en weer om te ontvluchten. Maar ontsnappen zal hij niet. En hij schoot zijne bus af naar zijne beenen. Getroffen, sprak hij, want gekwetst valt hij neder! En hij floot als de zeemeeuw.

Belooft mij dan op goeder trouwe, dat gij drie mannen zult zoeken. En ziet hier wat zij moeten doen: een hunner zal eene handvol erwten hebben; wanneer te middernacht de deur opengaat, moet hij met de erwten in het wilde rondwerpen. Indien er eene erwt de tooverheks raakt, zal zij zichtbaar worden en huilend ten venster uitvliegen. Men behoort dat daarom open te laten.

Zij weken elk tot bij den tegenovergestelden kant van het perk, hieven hun zwaard op, mikten op hunnen vijand met vlammende oogen, berekenden hunnen slag en riepen: "Totterdood!" "Totterdood!" En zij stormden razend en huilend op elkander los.

Toen kwamen de honden om hem er uit te halen; maar de soldaat verstond geen gekscheeren, en hij sloeg er met zijn geweer oplos, dat zij jankend en huilend wegliepen. Toen de haas merkte, dat de kust vrij was, sprong hij het slot binnen, recht op de koningsdochter af, zette zich onder haar stoel en krabde over haar voet. »Wil je weg gaanzei ze, en ze dacht, dat het haar hond was.

De man, zonder op de tegenwoordigheid van Adela en hare vriendin te letten, sprong vooruit naar zijne vrouw, riep haar in zijne wanhoop, trok zich de haren uit het hoofd en bracht niet dan afgebrokene woorden voort: "Trees!" riep hij huilend. "Och, Trees-lief ... ongelukkige vrouw! God, Heer, is 't mogelijk! Dood ... dood van honger en kou! Hadden wij dat verdiend op de wereld!"

Dik draaide zich om en ging heen, en Bruin liep huilend naar huis, waar hij dadelijk zijn nood begon te klagen. Het duurde niet heel lang, of Dik, die met de andere jongens haasje-over deed, zag Bruin's moeder aankomen. "Dik, daar komt vrouw Boon! Maak, dat je wegkomt!" "Stilletjes laten komen, jongens, ik ben er ook," zei Dik bedaard. Daar kwam vrouw Boon aan, zoo groot en zoo plomp als ze was.

Geducht werd het veel zwakkere Vaprijsken geranseld, en kwam daarop huilend en vloekend bij Alfons en bij Rozeke zijn aanklacht doen, gillend dat zij tusschen hem en Smul te kiezen hadden en dat hij wegging indien Smul nog langer bleef. Groot was de plotselinge ontsteltenis van Alfons en van Rozeke! Wat moesten ze doen?

Rozeke was huilend van ontsteltenis op een stoel ineengezakt; Smul, even stom en roerloos als een bruut, stapte met loggen tred uit het huis en ging naar zijn slaapplaats in den stal. De jonge baron en zijn vrouw kwamen dat jaar later dan gewoonlijk buiten. Zij waren er eerst tegen het einde van Mei en enkele dagen daarna kwam de barones Rozeke opzoeken.