Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juli 2025
En toch! ik zou mij zelven veracht hebben, indien ik in staat ware geweest, den man, die mij het leven gered had, aan hen, die zijn vrijheid belaagden, te kunnen verraden. Ik veinsde derhalve door te slapen, en rees niet eerder uit mijn schuilplaats op, dan nadat Heynsz reeds een poos vertrokken was.
Ik had dit oogenblik verkozen, omdat ik wenschte uit te vorschen, of Heynsz den Heer Bos ook verklapt had, in welk geval mijn verplichting tot geheimhouding ophield en ik, door voor de zaak uit te komen, dezen laatste misschien dienst kon doen.
Wat zel ie blij wezen as ie hem weerom heit." En zij stak de hand uit om dien terug te nemen. "Hei! hei wat! dat gaat zoo niet," zeide Heynsz, terwijl hij den gesp nader beschouwde: "dat is geen versiersel voor een boerenknaap. Wat zegt Uw Ed.-Gestr. er van?" "Het is als gij zegt," zeide mijn vader: "de boerenknapen zijn meer op plomper fatsoen gesteld.
"Mocht UEG. op dit zwakke voortbrengsel mijner nederige zanggodinne een gunstig oog laten vallen, niets zoude aangenamer zijn aan hem, die onder ootmoedige aanbeveling in UEGs. protectie, de eer heeft te zijn met den diepsten eerbied. UEG. dienstvaardige en gehoorzame Dienaar en Hoogschatter LUCAS HELDING." Mijn adres is op de Raamgracht, ten huize van Heynsz, portretschilder.
Deze voorslag werd te gereeder door dezen aangenomen, daar hij de Overheid van Terschelling toch verwittigen wilde van het op haar grondgebied gedaan arrest; en terwijl een paar dienaars met de sloep naar den hoeker voeren om de bagage te halen, begaven wij ons naar den herberg; Heynsz ging vooruit met den goeden Pulver, die onophoudelijk zijn verbazing te kennen gaf over den zonderlingen loop dien de zaak genomen had; Van Lintz volgde, den arm aan zijn dochter gevende, terwijl ik aan zijn andere zijde liep en twee dienaars den trein besloten; de halve bevolking klotste achter en om ons heen, en Lodewijk, blijkbaar met zijn figuur verlegen, liep aan de andere zijde van de straat.
"Niet lang geleden," hervatte Heynsz, "kreeg ik een grasmof bij mij, die met twee zesthalven in zijn zak is gekomen naar dit land en bijeengeschraapt heeft een fortuin zooals weinige lieden bezitten: die bestelde mij een wapen op zijn koets: "maar 't zol schön wèzen moeten", zeide hij: "kijk! zoo in dezen art," en meteen rolde bij uit een perkament, dat hij gevonden had, op de een of andere verkooping, en op 't welk blonk, met al zijn quartieren en ornamenten het wapen des Konings van Spanje.
"'t Is juist zooals gij zegt," zeide Heynsz: "de klanten, bij wie ik verdien het meest, zijn niet de adellijke of patricische familiën, maar die champignons van fortuin, die, zoodra zij hebben overgewonnen geld genoeg om te houden rijtuig, zijn van begrip, dat een geschilderd wapen is even onmisbaar daarop als een L op de deur van een Lidmaat of een klopper op die van een Haarlemmer kraamvrouw."
"Hoe, mijn vader!" riep ik uit: "het is op een blooten schijn, dat UEd. mij gelijkstelt met misdadigers, waarvan het ergste te wachten is. Ik bid u, laat Heynsz nog een oogenblik blijven.
Ik gevoelde een oogenblik berouw, den goeden Helding in het midden der drukte vergeten te hebben en te gelijk kwam het denkbeeld bij mij op, dat het raadzaam ware, Sander te waarschuwen, eer hij binnenkomen en Heynsz met zijn dienaars in den mond mocht loopen. Ik begaf mij dus naar achteren, waar mij een treurig schouwspel wachtte.
"Er is geen zwarigheid ter wereld," antwoordde Heynsz: "wij willen den Heer Graaf niet jagen op kosten: wij willen huren een vaartuig en bedanken den Heer Blaek voor zijn verder konvooi. Zoo de Heer Graaf verlangt, wij zullen aan de roeiers, die hem gebracht hebben hier, last geven, van boord te gaan halen zijn bagage."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek