Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juni 2025


"Ich bin sechs Wochen hier, und immer Regen! Regen!" Een vrouw met rozen komt binnen: "Rosen gefällig meine Herrschaften." De stumperd druipt en maakt de ruggen der gasten aan tafel nat. De kellner zet haar de deur uit. De tafel duurt veel langer dan gewoonlijk, want niemand heeft haast; clubjes heeren zitten na het dessert bij elkaar, rook sigaren en drinken champagne.

»Abend, Abend, meine Herrschaften!" hijgde de vleeschklomp op den steenklomp, nog altoos druk met den rooden zakdoek in de weer.

Meine Herrschaften, indien het u wezenlijk ernst is met uwe begeerte naar ons nederig tapsel, tracht u dan met dit vrouwentimmer te verstaan. De kapelaan staat wel in het boek; maar de eigenlijke domina hier, is Signorina Barbara." Ondertusschen had het vrouwentimmer in quaestie fluks de glazen al voor ons volgeschonken. De kapelaan dronk mee als een bisschop.

Daar verscheen plotseling de waard en vroeg, of de "Herrschaften" met de diligence wilden gaan naar Jajce of dat ze een particulier rijtuig verlangden; er was juist een rijtuig gekomen uit laatstgenoemde plaats, dat terug moest, en de koetsier had aangeboden, het gezelschap voor zeven gulden over te brengen.

En ik zeg u: daar speelde een trekje van jeugd om haren mond, daar lichtte een vonkje van blijmoedigheid in hare half gebroken oogen, als zij op zijde stapte om voor ons ruimte te maken op het smalle pad, ons nazendend de vrome begroeting van vóór duizend jaren: »Grüss Gott, Herrschaften! Grüss Gott!" Wij hebben niet geglimlacht, toen wij wederom voorbij het popje gingen over de brug.

Hierop volgde de donderslag; en daarna de zware stem van den heer des huizes: »Aha, meine Herrschaften! so isch es recht! Nun, hat sich mein alter Schirm nicht treu erwiesen? Firmus et fortiter?" »Der Schirm, Herr Kaplan, hat seine Schuldigkeit gethan!" Barbara en de pater wilden niet dat wij verder trokken dien avond.

Jeanne was juist van boven gekomen; zij had de Herrschaften bediend. Micauld zou 't besterven als hij het moest doen. Goddank, men zag nu bij 't schijnsel der kleine lamp, die de jonge boerin ontstak, dat de arme juffrouw Blanche wat kalmer ontwaakte. Neen, lieve God, neen, zeker, een lijk was zij niet. Och zij moest maar kalm en niet al te neerslachtig wezen.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek