Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 mei 2025
"Wat, men spreekt hen in het Fransch, Engelsch, Duitsch en Latijn aan, en geen van die schavuiten heeft de beleefdheid van te antwoorden!" "Bedaar, vriend Ned," zeide ik tot den woedenden harpoenier, "uw toorn leidt tot niets." "Weet gij dan wel, mijnheer de professor," hernam mijn lichtgeraakte metgezel, "dat men in die ijzeren kooi best van honger kan sterven?"
Het was zeer donker, en hoe goed of de oogen van den harpoenier ook waren, vroeg ik mij zelven af hoe en wat hij dan toch gezien had; mijn hart klopte alsof het barsten moest. Maar Ned Land had zich niet bedrogen, en wij zagen allen het voorwerp, dat hij met de hand aanwees. Aan stuurboordszijde op twee kabellengten afstands van de Abraham Lincoln scheen de zee van onderen verlicht te zijn.
De harpoenier door zijn driftig karakter medegesleept, sprak met zeer veel vuur.
"Het zijn zuidelijke walvisschen," zei hij, "de geheele fortuin van een vloot walvischvaarders zwemt vóór ons." "Nou dan, mijnheer," vroeg de Amerikaan, "mag ik er eens jacht op maken, al was het alleen maar om mijn ambacht van harpoenier niet te vergeten?" "Waarvoor zou dat dienen?" antwoordde de kapitein, "alléen jagen om te vernielen; wij hebben geen walvischtraan noodig."
"Gaat gij die dingen aantrekken, mijnheer Aronnax?" "Ik moet wel, Ned." "Gij kunt doen wat gij wilt, mijnheer," antwoordde de harpoenier, terwijl hij de schouders ophaalde, "maar wat mij aangaat, buiten noodzaak steek er nooit een vin in." "Men zal u niet noodzaken, Ned," zeide de kapitein. "En zal Koen zich wagen?" vroeg Ned. "Wel zeker, ik volg mijnheer, waar hij ook gaat," antwoordde Koenraad.
"Zoo," zeide hij, "dat verklaart volkomen het gebrul dat wij hoorden, toen de Abraham Lincoln den zoogenaamden eenhoorn in het gezicht kreeg." "Zoo is het Ned, het was zijne ademhaling." "Maar, mijnheer Aronnax, ik kan in de verte zelfs niet gissen hoe laat het is, of het moest het uur van het middagmaal zijn?" "Het uur van ons middagmaal, brave harpoenier?
"Welzeker," antwoordde de harpoenier ernstig, "in visschen die men eet, en die men niet eet!" "Dat is de onderscheiding van een vraat," antwoordde Koenraad; "maar zeg mij eens of gij wel het onderscheid kent tusschen beenachtige en kraakbeenachtige visschen?" "Misschien wel, Koen." "En de onderverdeeling van die beide groote klassen?" "Ik heb er nooit van gehoord," antwoordde Ned.
Het is zeker dat de eentonigheid van het scheepsleven voor den Amerikaan, die aan een vrij en werkzaam leven gewoon was, onverdraaglijk zijn moest; voorvallen, die hem belang konden inboezemen, vielen zelden voor; echter herinnerde hem juist dien dag iets aan zijn schoone dagen als harpoenier.
Erg, erg, eens zoo erg Ging 't me bij den Spitsenberg: Kijk, daar kwam een walvisch boven, En de twee fonteinen stoven, En de harpoenier kreeg prik, "Vrij," zoo dacht ik, "vrij loop ik." Fut! toen hij zijn staart maar zwaaide, Was 't of aarde en hemel draaide; Vloekte ik jou niet als de pest, Weet, ik lag ook buiten west!
"Ja," zeide Ned Land, "een ontredderd vaartuig dat rechtstandig gezonken is." De harpoenier bedroog zich niet, wij hadden een schip voor ons, welks gescheurd want er nog bij hing. De romp scheen in goeden staat te zijn, en de schipbreuk kon slechts eenige uren geleden hebben plaats gehad.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek