Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 mei 2025
Hortense was ruim zestien en niet mooi maar zeer bevallig; zij danste uitmuntend, teekende, zong, speelde piano en harp, deed aan belletrie en was, zoolang ze niet ruw of norsch werd bejegend, zachtaardig en meegaande; daarbij was zij nog altoos even doodelijk van haar moeder van wie ze niet één harer gebreken zag. Om deze reden hield ze niet van haar stiefvader.
"Wat is dat?" zei een jong, vroolijk gezel, gekleed in een groen wambuis, met goud geborduurd, en gevolgd door een grooten jongen, die een harp op den rug droeg, en dus zijn beroep te kennen gaf.
't Was haar eensklaps alsof ze zich in een luchtzee bevond, in een blauw tintelenden aether eindeloos, eindeloos ver aan alle zijden. En, gansch van verre, daar zag ze hem zitten, als een koning, als David, spelend op de harp, hem den schoonen jongeling, den dierbare, die nooit heeft vermoed dat Jacoba hem zoo liefhad. Nu is het voorbij. Dat was een week, een zonderling zwak oogenblik.
Elke jongen hing, zoodra hij binnenkwam, zijn instrument aan een spijker boven zijn bed; de een zijn viool, de ander een harp, een derde een fluit of piva; zij, die geen muzikanten waren, maar slechts met dieren rondliepen, gingen hun marmotten of barbarijschen biggen voedsel geven.
Toen de avond gevallen was, dacht ik dat wij rust zouden gaan nemen; maar wij verwisselden onze plaats in de open lucht met eene groote houten loods en daar begonnen de kunsten en de muziek opnieuw. Dit duurde tot bij middernacht; ik maakte nog altijd geluid op mijn harp, maar ik wist niet meer wat ik speelde en Mattia wist het evenmin als ik.
Morgenavond zal ik voor meer afwisseling voor u zorgen. Mijn Moorsche meisjes bespelen de harp en de guitaar en ik zal De Busaco inviteeren." "Inviteer, als 't u belieft, niemand." "Zelfs den kleinen De Busaco niet, die niet wilde gelooven, dat gij dood waart?" "Neen." "Weet gij, dat hij misschien ons geheim vermoedt?" "Waarom?"
Kind der natuur, begaafd met eenen milden gloed van betooverende zielsharmonie, worstelde hij moedig tegen smart en verdriet om zijne zending te vervullen; hij verhief zich door eigene krachten, boeide het luisterend volk aan zijne lippen en verwierf, met eenen welverdienden roem, den eernaam van Vlaanderens lieveling.... Misschien ging het lot hem gunstig worden, misschien ging hij eenige rust genieten in zijn hobbelig en pijnlijk levenspad: maar, eilaas, een ijselijk wee verbrak de vaderlandsche harp in zijne handen, de heilige lamp der poëzie doofde langzaam uit, en, na onbedenkbaar lijden, legde hij, vermoeid en afgemat, het hoofd op zijn eens zoo verleidend en zoo machtig speeltuig neder.
Op een winterdag, toen Regin en zijn leerling bij het vuur zaten, sloeg de oude man zijn harp en op de wijze der Noorsche scalden zong of droeg hij voor, in het volgend verhaal, het verslag van zijn leven. De schat van den dwergkoning. Hreidmar, koning van het dwergvolk, was de vader van drie zonen.
Waar wilt gij dan heengaan met uw voet. Welnu, wij zullen morgen erheen gaan, als gij wilt, maar niet vanavond. Ik ben bang. Waarvoor? Dat weet ik niet, maar ik ben bang voor u. Laat me toch gaan; ik beloof u, morgen terug te zullen komen. En als men u terughoudt? Om dit te beletten, zal ik mijn harp hier laten; dan moet ik wel terugkomen om die te halen.
Zij scheen gevoelig voor dit blijk van erkentelijkheid en minzaam, teeder bijna, streek zij een paar malen met hare hand over mijn voorhoofd. Arm kind, zeide zij. Daar men verlangd had, dat ik op de harp zou spelen, meende ik terstond aan dat verlangen te moeten voldoen: die haast was in zekere mate een bewijs van goeden wil en van mijn streven om mijne dankbaarheid te toonen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek