Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


"Nu ja," zeide de smid, naar zijn gereedschap zoekende, "die plantages daar ginds zijn juist de plaats niet, waar negers uit Kentucky gaarne naar toe willen. Zij sterven daar tamelijk gauw, niet waar?" "Ja, het sterven gaat daar nog al gauw. Met het acclimatiseeren en het een en ander sterven er zooveel weg, dat zij de markt tamelijk levendig houden," antwoordde Haley.

"Ja, ja, vrouwen zeggen zulke dingen altijd, omdat ze niet rekenen. Laat ze maar eens zien, hoeveel horloges, pluimen en snuisterijen men voor iemands gewicht in goud krijgen kan, en dan verandert de zaak, zou ik denken." "Ik zeg u, Haley, hiervan moet niet gesproken worden. Ik zeg neen, en ik meen neen," antwoordde Shelby beslissend.

Hoewel Mevrouw Shelby beloofd had dat er haast met den maaltijd zou gemaakt worden, bleek het echter weldra, gelijk meermalen is gebleken, dat haast niet altijd spoed is. Hoewel het gebod ten aanhoore van Haley werd gegeven en door tenminste een half dozijn kleine boden naar de keuken overgebracht, scheen Tante Chloe toch niet gezind om eenigen spoed te maken.

Bovendien stond bij den schoorsteen nog eene lange houten bank, en daarop zette Haley zich neer om over de onzekerheid van alle menschelijke hoop te peinzen. "Wat had ik ook met het kleine kreng noodig," zeide hij bij zich zelven, "dat ik mij daarvoor zoo voor den gek moest laten houden?"

De man stak ook eene sigaar aan, en dit gedaan hebbende, zeide hij: "Een knappe meid die gij daar hebt, vreemdeling." "Ja, zij ziet er tamelijk wel uit," antwoordde Haley, een rookwolk uitblazende. "Brengt gij haar naar het Zuiden?" zeide de man. Haley knikte slechts. "Voor eene plantage?" was wederom de vraag.

Mevrouw Shelby stond nu op, en zeide dat hare bezigheden haar verhinderden dien morgen bij het ontbijt te blijven; en nadat zij eene zeer welgemanierde mulattin had belast de heeren van koffie te bedienen, verliet zij de kamer. "De oude vrouw schijnt niet machtig op uwen onderdanigen dienaar gesteld," zeide Haley, met een gedwongen poging om zeer familiaar te zijn.

"Jim," zeide zijn meester weder, "laat ons nu hooren en zien hoe ouderling Robbins psalmen zingt." Het kind rekte zijn rond gezichtje tot eene verbazende lengte uit, en begon door zijn neus eene psalmwijs te zingen, alles met den grootsten ernst. "Bravo! Wat een jongen!" zeide Haley. "Dat kereltje is knap, dat beloof ik u. Wil ik eens wat zeggen," en daarbij klopte hij Mr.

"Ik vrees van neen." "Och vriend, ja. Die schepsels zijn niet zooals de blanken, weet ge; zij komen over alles heen, als men het maar goed aanlegt. Men zegt wel eens," vervolgde Haley, een oprechten en vertrouwelijken toon aannemende, "dat deze soort van handel het gevoel verhardt; maar dat heb ik niet ondervonden. Het is de waarheid, dat ik nooit zoo zou kunnen handelen, als sommige kerels doen.

Na nog eenige afspraken te hebben gemaakt, stelde Haley met zichtbaren tegenzin Tom de vijftig dollars ter hand, en zoo scheidde het elkander waardige drietal voor dien avond. Indien sommige van onze beschaafde en christelijke lezers iets tegen het gezelschap hebben, waarin dit tooneel hen gebracht heeft, laten wij hen dan mogen verzoeken om bijtijds hunne vooroordeelen te overwinnen.

Gij moest hem voor het geheele restant der schuld aannemen; en dat zoudt gij ook, Haley, als gij een geweten hadt."

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek