Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juli 2025
Kee, Jans en Willemien hadden het eerste levenslicht in Den Haag aanschouwd, maar zouden daarom nog volstrekt niet als de waarachtige vertegenwoordigers der »Haagsche" dames bij uitnemendheid mogen gelden.
Van Reelant bewoog het hoofd, alsof hij zeggen wilde, dat hij alles zou toestemmen, en bracht Suzes blanke hand aan zijne lippen. »Mama en Betsy zijn Maandag bij me geweest. Betsy verveelt zich in Rijswijk, en zou graag het een of ander werk ondernemen. Zij denkt er over pianolessen te geven hier in Den Haag, maar ze kent niemand.
De oude Anna had gezegd, dat de dame mevrouw De Huibert heette, maar Van Pommeren had in Den Haag nog nooit van eene mevrouw De Huibert hooren spreken, en, schoon hij haar eenmaal zeer duidelijk gezien had, toen meneer haar voor een jaar van den trein haalde, had hij haar later nooit meer kunnen ontdekken, zelfs niet zien voorbijkomen in de Hoogstraat.
Ik had een ellendigen nacht en was op het punt na mijn ontbijt het rijtuig, dat mij naar de Werve moest brengen, te gebruiken om naar een der dichtst gelegen stations van den spoorweg te rijden, daar het stadje nog buiten het net der rails ligt, en naar den Haag terug te keeren, waar mijne kamer nog niet is opgezegd en waar ik mijn eigen rustig en werkzaam leven kon hervatten, om mij voor goed af te wenden van tante Roselaers fortuin en hare beschikkingen; maar Overberg kwam tusschenbeide met consideratie en advies.
De muur schijnt opnieuw voor het gevecht gereed te zijn. De acht-en-dertig schietgaten, die door de Engelschen op ongelijke hoogten er in zijn gemaakt, zijn er nog. Voor het zestiende liggen twee Engelsche grafzerken van graniet. Alleen in den zuidermuur zijn schietgaten; de hoofdaanval had van dien kant plaats. Deze muur is van buiten achter een hooge levende haag verborgen.
Hoor, Jonge Kees, je hebt wel eens van onzen dichter, den wijdberoemden Cats gehoord, niet?" "'K heb met Moeder wel eens visch aan zijne vrouw verkocht! Hij woont op Zorghvliet tusschen Schevelingen en Den Haag, weet-je!" antwoordde Jonge Kees, die met gespannen aandacht had zitten luisteren.
Maakte niet een medereiziger hem attent op een drietal forsche exemplaren, met dooreengestrengelde takken, die het volk het Jacobaprieel noemde, omdat er de landsvrouw Jacoba tweehonderd jaar geleden gaarne verwijld had? Heerlijk wonen moest het in Den Haag zijn voor eenen kunstenaar.
Reeds was hij tot aan de laan van het Nieuwe Oost-Einde, op omstreeks een kwartier afstands van Den Haag gekomen, toen hij uit zijn droeve mijmering werd opgewekt, door het zien van een dikke stofwolk die zich in de verte vertoonde. Een fraai rijtuig met twee paarden bespannen, naderde al meer en meer.
Van de geschiedenis des harten te vertellen is haar duizendwerf aangenamer dan te spreken over eene ministeriëele crisis. Onder aanroeping dier beide vriendelijke Muzen wordt er hier opnieuw een begin gemaakt met het tweede deel van de geschiedenis der familie De Milde uit het Westeinde in Den Haag, en wel juist twaalf maanden, nadat zij voor het eerst in dit eenvoudig verhaal te voorschijn trad.
"Ben ik hier terecht bij mijnheer Van W?" klonk een beverige stem en ik zag een soort van juffrouw voor mij, die een alles behalve proper voorkomen had, terwijl zij een jongetje van een jaar of tien aan de hand hield. "Ja wel," zeide ik, "maar mijnheer is niet thuis," die was in Den Haag op de Kamers van de regeering. "Niet thuis" zuchtte de juffrouw; "och asjeblieft ga 't maar eens vragen."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek