Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 oktober 2025


"O, jij nog altijd de oude guit van een Michiel bent," hervatte de neger grinnikend, terwijl hij zijn witte tanden liet zien. "Ja, Jan! een vos verliest wel zijn oude haren, maar niet zijn oude streken, zou stuurman Dirksz zeggen. Maar ga zitten," hervatte hij trouwhartig, "en laat ons elkander onder een glas Spaanschen wijn onze lotgevallen vertellen."

"De goede Sancho moet werkelijk een oolijke guit zijn," antwoordde de hertogin, "en dat verblijdt mij, omdat ik er uit opmaak, dat hij geest en verstand heeft en niet tot de vervelende domkoppen behoort." "In allen gevalle zal hij een onthaal vinden, dat hem geen reden tot klagen geeft," voegde de hertog er bij.

Zij werkt zich uit de dekens, maar Vol angst nog, lispt ze: "och, is 't waar? Och, Sparretje, ik dank u wel. Wat werkt zoo'n beest op mijn gestel! Nu kom ik er eens even uit, Om u te danken, lieve guit!" Maar 't muisje, nog al bij de hand, Keek juist van onder 't ledikant, En Eva nauwlijks op den grond, Sprong met haar dikke voetjes rond. Zij schreeuwde luid: "Daar is de muis: Jaag Sparlief!

Hij was geweest in Samoa, en Fidzji, en Sydney; en als matroos had hij gevaren op wervingsschoeners door heel Nieuw-Britannië, Nieuw-Ierland, Nieuw-Guinea, en de Admiraliteits-eilanden. Ook was hij een guit, en hij had een voorbeeld genomen aan het gedrag van zijn schipper. O ja, hij had heel wat menschen opgegeten. Hoeveel? Hij kon het niet zeggen.

De guit vertelt me juist, dat zijn vader, gelijk de Egyptenaren plegen te doen, als hunne vrouwen de kinderen te veel alleen laten, de schoenen zijner moeder had weggestopt , en ik lach, dat de tranen me over de wangen loopen. Want ge moet weten, dat ik Benra, die geen mijner kleinkinderen bij mij wil laten wonen, omdat ik, zoo zegt zij, ze bederf, deze poets van harte gunde.

Waratje, Mijn schatje, 't Bleek dwaas overleg. Zij blikte, Zij schrikte, Het paartje was weg! Wat riep zij! Wat liep zij! Half spijt en half vrees, En luisterde niet, schoon de jonkheid haar prees. Toch staarde, Toch waarde Getrouw haar op zij De rapste, De knapste Der dartele rij, Noch jonker, Noch pronker, Maar geestige guit Haar aan, om haar heen, en borst eindelijk uit: "Mooi Grietjen!

Dan rees hij op en zou haar vangen, En tilde haar de scheem'ring uit, Terwijl zij knorde: "Stoute guit!" Of boos hem kneep in beî zijn wangen, Of bad, die wilde weelde moê: "Ei, kweel eens wat, ik luister toe." En lang had Roeltjen niet te dringen, Was 't vremd dat de Oost hem 't hoorde zingen? 't Lief kind scheen aan zijn zij' te springen:

Doch de natuur is een guit: het net kwam er telkens goed gevuld uit te voorschijn. Toen trachtte men aan wal te gaan waar het bosch van eeuwenoude boomen stond dat aan Ibarra toebehoorde. Daar in de schaduw en dicht bij de kristalheldere beek, zou men tusschen de bloemen of onder geïmproviseerde tenten een landelijk middagmaal gebruiken. De muziek weerklonk in de lucht.

Op een middag waren ze een weiland ingegaan. Daarin liep het schaap, dat toebehoorde aan den vader van Klaas. Maar dat vertelde de guit niet. »Wacht«, dacht hij, »nu zullen we eens een grap hebbenHij en Jo liepen een heel eind de weide in. Eindelijk waren ze dicht bij het schaap gekomen. Het dier herkende Klaas en kwam naar de jongens toe. Toen deed Klaas, alsof hij vreeselijk bang werd.

Het ontaardt dan tot een onoprechtheid, die zeer onaangenaam aandoet en nog tot mindere karaktertrekken kan leiden. Ze is reeds tien jaar. Lien is overigens een leuke guit. Weken voor St. Nicolaas hebben we het beiden altijd heel druk. De vooruitzichten tot de feestviering waren het eerste oorlogsjaar echter niet gunstig. De prijzen stegen enorm, zelfs van kleinigheden.

Woord Van De Dag

palaemon

Anderen Op Zoek