Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


Mijn oom was rijk voor een duitsch professor. Het huis, met al wat er in was, behoorde hem in vollen eigendom toe. Wat er in was bestond uit zijn petekind Gräuben, een meisje van 17 jaar, de goede Martha en mij. In mijne dubbele hoedanigheid van neef en pupil werd ik zijn handlanger bij zijne proefnemingen.

"Welnu! zoo wij tot den 22sten Juni wachtten, zouden wij te laat komen om de schaduw van den Scartaris den krater van den Sneffels te zien raken; wij moeten dus zoo spoedig mogelijk naar Kopenhagen om er een middel van vervoer te zoeken. Ga uw koffer pakken!" Hier viel niet langer te praten. Ik ging weder naar mijne kamer, Gräuben volgde mij.

Ik wilde ongaarne achterblijven; mijne grootste zorg was mijne makkers niet uit het oog te verliezen. Ik sidderde bij de gedachte van in de diepte van dezen doolhof te verdwalen. Al werd de stijgende weg ook moeielijker, zoo troostte ik mij daarmede, dat hij mij dichter bracht bij de oppervlakte der aarde en bij mijne lieve Gräuben.

Intusschen had ik de oevers van de Elbe gevolgd en de stad omgewandeld. Na de haven langs gegaan te zijn, kwam ik op den weg naar Altona. Een voorgevoel bestuurde mij, een verwezenlijkt voorgevoel, want ik bemerkte spoedig mijne lieve Gräuben, die vlug ter been en opgeruimd naar Hamburg terugkeerde. "Gräuben!" riep ik haar van verre toe.

Het jonge meisje bleef een weinig verschrikt staan, ik denk omdat zij zich op een grooten weg hoorde toeroepen. In tien stappen was ik naast haar. "Axel!" riep zij verwonderd uit. "Wat! komt gij mij te gemoet! Dat is lief van u, mijnheer!" Maar, toen zij mij aanzag, bemerkte Gräuben mijn ongerust en ontsteld gelaat. "Wat scheelt er aan?" zeide zij, mij de hand toereikende.

Gräuben was eene lieve blonde deern met blauwe oogen een eenigszins zwaarmoedig karakter en een nadenkenden geest; zij beminde mij daarom niet minder; ik voor mij aanbad haar, als dat woord ten minste in de oud-duitsche taal bestaat! De beeltenis mijner aangebedene wierp mij dus plotseling uit de wereld der naakte werkelijkheid in die der hersenschimmen, der herinneringen.

Zij spoorde mij er toe aan, en toch beminde zij mij! Ik was van mijn stuk gebracht en, waarom zou ik het verzwijgen? beschaamd. "Gräuben!" hernam ik, "wij zullen zien, of gij morgen nog zoo zult spreken." "Morgen, lieve Axel! zal ik spreken als van daag." Gräuben en ik, elkander bij de hand houdende, maar een diep stilzwijgen bewarende, vervolgden onzen weg.

Hoe heerlijk zouden de lieve Gräuben en ik gewandeld hebben naar de haven, waar de tweedekkers en de fregatten rustig sliepen onder hun rood dak, langs de groene oevers der straat, door die dichte boschjes, in wier midden de citadel zich verschuilt, welker kannonen hun zwarten muil tusschen de takken der vlier- en wilgen-boomen uitsteken!

Naar boven, naar Gräuben Dreigend watergebrek. Den volgenden dag, Dinsdag den 30sten Juni te zes uur, hervatten wij onze nederdaling. Wij volgden steeds de lavagalerij, een echt natuurlijk hellend vlak, even zacht glooiend als die hellende vlakken, die in sommige oude huizen nog tot trap dienen.

Een runisch handschrift. Uitleg van het alphabet Het geheimschrift. Een geleerd man. Nichtje Gräuben. Ontcijfering van het dokument. Einde der ontcijfering. "Het is stellig runisch," zeide de professor zijne wenkbrauwen fronsende. "Maar er schuilt een geheim achter, dat ik ontdekken zal, of...." Een driftig gebaar gaf zijne bedoeling genoegzaam te kennen.

Woord Van De Dag

morfinedroppels

Anderen Op Zoek