United States or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toon Janssen klemt de vingers krampachtig om de duimen, zijn oogen gloren somber van verzwegen wrok, nu hij daar dien hatelijken Jean Malot ontdekt, wiens hand de gloeiende lakdruppels op het naakte lijf van zijn ongelukkigen jongen liet inbranden. Zwaar stapt hij naast Antonie Hantelman voort, wiens jongen op dezelfde onmenschelijke wijze mishandeld werd.

Negentien November zag den afmarsch van den sergeant-bivakcommandant met een 80 man in 10 prauwen, hierbij alle Papoea's, dat deze menschen in de wolken waren, behoeft wel geen betoog; ook het "geraamte" verheugde zich, hij zag het leven weer gloren!

Eilaas! door veler zuchten stage klacht, Uit 's harten droef herinneren geboren, Hebben mijn oogen zwak de kracht verloren Den blik te zoeken die hun groet verwacht. 't Is of in hen slechts één verlangen smacht: In tranen iedren lach van vreugd te smoren; Een vuurgen kring doet Liefde rond hen gloren, Gelijk de kroon die martelaren wacht.

Van een congres, zooals hij dit voorstelde, wilde Europa niets weten; dan had het hierdoor niet alleen het door Frankrijk gekozen gouvernement erkend en bevestigd, maar ook de verheffing gesanctionneerd van dien soldaat van onbekende afkomst, die de roem en de grootheid der schoonste dagen van Lodewijk XIV aan Frankrijks horizon deed gloren. Dit wilde Europa juist niet.

Ook hij zag nu het woudvier gloren; Ook hem deed zich de krijgszang hooren, Wier flaauwe klanken 't paar al ving Toen 't nog zoo pijlsnel zeewaart ging; En hij verstond uit hun gebaren, Hij las het in hun schroom en spijt, Dat achter 't rood gordijn dier blaêren Tien, vijftig, honderd krijgers waren, Met hen en met hun stam in strijd! Het strand werd levend wijd en zijd!

Nu moesten de Utahs al de nog door de blanken vermist wordende voorwerpen uitleveren. Dat deden zij, want zij hielden zich overtuigd, dat zij die zeer spoedig weer in hun bezit zouden krijgen. Toen werden de paarden der blanken en der gijzelaars gebracht. Het was juist op het oogenblik toen de dageraad begon te gloren.

Het fijne frissche loof, teer-tintelend in de zon, was als water zoo koel tegen de oogen, zooals het daar doorschijnend lag te gloren te midden van het zwartige oerwoud-groen. Het huis van den planter stond op een heuveltje, midden in dien nieuwen tuin.

Nu was het nog veel heerlijker! Daar lag de prachtige vlakte, floersig nog van fijnen nevel, die overal boven de blankstaande rijstvelden hing te gloren in het morgenrood. De bergen waren blauw als de blauwe hemel zelf, de eene toppenreeks van de andere, nog hoogere, gescheiden door lange witte wolkensleepen, die al helderder blonken in het al verhelderende licht.

'k Hoor dan vroeg den leeuwrik zingen Op zijn hooge sterrenwacht, Tot hij uit den schoot der Nacht Eindlijk d' Ochtend op doet springen; 'k Buig, de trage scheemring moê, Uit mijn venster mij voorover, 'k Roep, door roze- en wingertlover, De Aard mijn: "goede morgen!" toe: Middlerwijl, met kam en sporen Prijkende, onder fieren tred, 't Haantjen, dat de kim ziet gloren, 't Laatste donker wegtrompet, Om zijn hongrende sultanen Naar de schuur een weg te banen.

Maar den schoonsten levenszegen Hebben wij van Mei gekregen ! Zie van ons zijn luister gloren, Waar wij zelf uit zijn geboren ! Zie! maar zie daar! Mei komt weer ! Als een kleine lieve heer Keert hij uit zijn schaduw nader, En zijn stralend lijfje houdt, Lijk een boom van bloeiend hout, Onzen ouden witten vader! Hij, uit wien wij zijn gedegen ! Hij, de zaaier onzer zege !