United States or Gambia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een geheimzinnig suizen, iets, als schemerde daar een onzichtbaar waas van de zoldering naar beneden om langzaam weêr op te trekken en als zweefde er een zwartige wolkige massa van de wanden uit naar voren, om, door de ruimte van het vertrek heen, over het huisraad te dwalen en zich daarmeê te vermengen of op eens in zich zelf te verdwijnen.

Naast en achter elkander liggen ze daar. Als wij er tusschen komen, in onze prauw, zijn we midden in een groot waterdorp. We varen een waterstraat af, een waterplein op, watersteegjes door, her en der. Achter de flonkering van water, die groen en zonneblank door een woud van zwartige palen speelt, achter de lange, gedoken dakenruggen, is een lage oever, groen van woud.

Door het donkere kamertje stapte Jozef, twee treêtjes op, een deur door, in een hokkerig gedeelte van het huis links de luttele houten trap met een dunnen looper belegd naar boven, rechts voor hem uit een kamertje met een alkoof, links voor hem uit de keuken, onder hem het gesloten kelderluik, met een ijzeren ring om het luik op te heffen, plat getrapt in een zwartige voor.

Het is zwaar bewoud. Van zee uit gezien zijn de bosschen als een donkere wolk tegen wanden aan en over hoogten heen. In dat zwartige groen glanst soms een lichtere plek, dat is alang-alang, het hooge gras van de wildernis, waar een man te paard in verdwijnt.

Het fijne frissche loof, teer-tintelend in de zon, was als water zoo koel tegen de oogen, zooals het daar doorschijnend lag te gloren te midden van het zwartige oerwoud-groen. Het huis van den planter stond op een heuveltje, midden in dien nieuwen tuin.

Van Marabahan naar Poeroek Djahoe is het vier dagen stoomen: de eerste drie blijft het landschap hetzelfde. Het is al maar oerwoud. Hier en daar is een bres gekapt in den eentonig-groenen hoogen wal. Daar staat een gehucht van bruine huisjes, met een landingsplaats, waar volk staat te wachten op de boot. Er liggen rijstvelden links en rechts, op de primitiefste manier ontgonnen in het woud: door verbranding. De geblakerde stompen der afgehouwen boomen steken zwart op uit het groen. Het dorpje en het ruige veld glijden voorbij en weer begint het oerwoud. Geen teeken van menschelijk leven valt er waar te nemen. Maar het is er, niettemin. Een volk van woudloopers is hier doende met het kappen en omlaagrukken van den wilden rotan, die in gewrongen bundels en trossen van als touw zoo taaie stengels door het geboomte geslingerd hangt; met het zoeken van gom- en harssoorten, en met het inzamelen van de was en den honing der wilde bijen, die hun zwartige, op groote zakken gelijkende nesten ophangen aan de takken der "kwala"-boomen. Hier en ginder ziet men een enkelen van die bijzonder hooge boomen, verdonkerd door de nesten der bijen, boven het omringende groen uitsteken; en dan hoort men hoe hevig en lang er om zulk een boom gevochten is. De was wordt hoog betaald, met tot f

Ten eerste met het zwartige vlechtsel van arenvezel-touw, dat de planken, in een gleuf gevoegd, bijeenhoudt want de Batak, als elke Maleier, spijkert niet, maar bindt zijn huis in elkaar. Een tweede ornament is een geschilderde rand van rankend gebladerte, dat, onder de hagedissen, langs den wand loopt.

Als hij liep in 't bosch en zag de zwartige takken en takjes, fijntjes wirwarrend tegen de wazige eindloosheid, en hij zag het teer-reine lichtgroen van de eerste blaadjes, en hier en daar een kastanjeboom, die al verder was en over den grond zijn schaduwvlekjes stoeien liet met het guldene licht, en hij zag de hooge lucht, die al dieper begon te blauwen en de blank-glanzende witte wolken, die geluidloos dreven in de zoete koelte, en als hij hoorde 't zuiver gefluit, de trillertjes en tjielp-geluidjes van de ongeziene vogels als waren er nimfen in 't woud, die lachten en kusten elkaar op de koele ruggetjes en dan daaronder 't intiem-dichtbije gekrak van zijn stap op 't droge pad, en als dan de boschgeuren zoet-prikkelend kwamen rijzen in zijn hooggedragen hoofd, dan werd 't lichter, zijn hoofd, en als doorruischt van zuivere liefelijkheid, was 't zorgen-leeg en vrij van lijden, van menschelijk getob.

Zoo vroeg als het nog was in den morgen, de wachtende prauwen lagen al half vol met visch. Met netten ook wordt er gevischt op de meren. Wij kwamen een geheele reeks prauwen tegen, die de vangst al binnen hadden, en naar huis varend met volle zeilen, het zwartige vischtuig tusschen de masten gespreid droegen, om te drogen in den wind.

Van links en rechts komen de huizen te zien tusschen die zwartige strepen. Ze zijn gebouwd volgens het bekende model, hoog op palen, en met trapsgewijs oploopende verdiepinkjes, als klommen zij uit de rivier naar den hoog-en-drogen oeverkant op.