Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 mei 2025
„Ja natuurlijk! maar....” Eensklaps worden Waltens oogen rood en vochtig, en terwijl langzaam en stil een heldere droppel over zijn wangen rolt, glinsterend in ’t zonnestraaltje, dat zijn gelaat helder verlicht, vraagt hij zachtkens: „Je weet immers, hoe ik toen bestolen ben?” „Hum ja! ik herinner me wel zoo iets.” „Ik heb geen cent van ’t geld gezien.” „Dat ’s een ijselijkheid.
Hij bedacht nu dat er in de Boterstraat meer fijne winkels waren en daalde langs de Steenpoort naar de middenstad. Een zwaarbeladen koolwagen rolde hem vóór. Bij elk geschok der trage wielen rolden stukjes glinsterend kool over de zwarte berden. Er viel ook een groote brok en Johan raapte haar op en bracht haar bij den voerman.
Nieuwsgierig volgde de jeugdige vorst deze aanwijzing met de oogen, geen golfje beroerde het watervlak, tot plotseling uit de donkere diepte een arm omhoog stak, gehuld in wit fluweel, die een glinsterend zwaard omhoog hief.
Dat glinsterend metaal boeide spoedig zijn oog. Gretig verruilden de Indiaansche schoonen die eenvoudige gele tooisels voor prachtig gekleurde kralen van geringe waarde. Met belangstelling onderzocht Columbus, waar dit goud van daan kwam.
Zij droomde van een schoon land een land van rust kwam het haar voor met groene kusten, vermakelijke eilandjes en glinsterend water; en daar in een huis, waar vriendelijke stemmen haar zeiden dat zij tehuis was, zag zij haar knaapje spelen als een vrij en gelukkig kind.
Men was keurig, glinsterend, verguld, zwevend, lief, coquet, 't geen niet belette den degen op zijde te hebben. De kolibri heeft een snavel en klauwen. Een van de zijden der eeuw was kieschheid, de andere heerlijkheid, en, bij den hemel! men vermaakte zich. Tegenwoordig is men ernstig. De burgerman is gierig, de burgervrouw is preutsch; uw eeuw is ongelukkig.
Zij streek weer een lucifertje tegen den muur af, het werd weder helder, en in den glans daarvan stond haar oude grootmoeder, helder en glinsterend, vriendelijk en liefderijk. «Grootmoeder!» riep de kleine uit. «Och, neem mij mee!
Ik ging bedaard op mijn knieën bij het vuur liggen en legde er voorzichtig een groote rol berkebast op, die vroolijk opvlamde en het bosch helder verlichtte. Onder dien spar, waar een oogenblik te voren nog een zwarte schaduw was geweest, stond de moeder, met gloeiende oogen, glinsterend van verbazing over dat lichtwonder.
Gezeilde schepen schoven op de Nethe die glinsterend, in rustige bochten, den eenen horizont met den andere verbond. En groot stond de hemel daarover, vijf keeren zoo hoog, en de zon vulde de aardkom met heur overheerlijk licht. Alles scheen zoo klein en zuiver als een stuk nieuw speelgoed en Pallieter zei: "Van hier gezien is de mens nog gin pijp toebak weerd!..."
Reinwit lag een dik sneeuwkleed over bergen en velden, de rivieren waren dichtgevroren, de huizen in de dorpjes en stadjes gaven alleen eenige kleur, Vroolijk scheen de zon over dit glinsterend witte natuurtafereel, zij had de bewoners der lage huisjes naar buiten gelokt en tal van snorrende Russische sleden, met gezonde, lachende menschen bevolkt, passeerden wij op hunnen tocht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek