Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


"Een beste Jonker!" voegde Gheryt Maessen er bij: "zoo gul en goedhartig! ik 'loof nooit, dat hij eenig kwaôd opzet teugen den Heer Baron in 't zin had." "Dat gelooft de Baron ook niet meer," zeide Bouke, "en Z.Ed. zal er met Zijn Hoogheid een ernstig woordeke over spreken. Wie weet of de Jonker nog niet in volle glorie op het trouwfeest komt."

"Of ik Klaas Meinertz ken," antwoordde Gheryt: "pots dit en dat, wie kent hem niet? of liever, wie kent hum? Ik kom zoo van den vent vandaôn: hum heit mij bij occasie die hammen bezorgd; want hum doet negotie in allerlei...." "Zoo! komt ge van hem vandaan?" vroeg de officier, wiens nieuwsgierigheid door deze omstandigheid werd gaande gemaakt: "het was vol tot zijnent, niet?"

Hij brandde los; doch in den blinde en zonder iemand te deren; terwijl Gheryt, van zijn verbaasdheid gebruik makende, hem met een ruk achterover en van 't paard haalde, waarop de Baron en Bouke, genaderd zijnde, zich van hem trachtten meester te maken, en hem te binden: "want," zeide de Baron: "de schelm moet aan mijn galg en niet door mijn degen sterven."

"En denkt men," vroeg de officier op een toon van stem, dien hij luchtig zocht te maken, "dat zij zin in hem heeft?" "Of zij zin in hem heeft?" herhaalde Gheryt Maessen, een stemmig gelaat trekkende: "nu vraôgt oe mij ook meer dan ik oe antwoorden kan. Wat zegt het lied: Wie weet ooit, wat een meisken wil? Nooit zeit ze, hoe ze 't mient.

"Het was toch wat ewaôgd van oe, Gheryt!" zeide de moeder, toen het gansche huisgezin aan den disch was nedergezeten: "het was toch ewaôgd, dien vreemden man zoo maôr bij ons te noodigen. Ik loof toch, dat hum een hupsche borst is; maôr hum kon toch ook wel een dief of een moordenaar zijn: hoe kwam hum zoo nat? dat heit hum niet iens willen vertellen!"

"Kom! kom!" zeide de oude vrouw: "ik mag oe wel prijzen: er zijn zooveel zoons, die nooit naôr heur moeder omzien; maôr oe zult er oe loon voor hebben: oe zoons zollen oe ook wel behandelen als zij groot zijn, althans ik hoop het: en oe ook, Freule! wensch ik, als oe eens trouwen meugt, zoo'n braôven zoon als mijn Gheryt." "Wel, moeder!" hervatte Gheryt: "oe zoudt mij konfuis maôken.

"Het doet mij van harte leed," zeide de vreemdeling tegen Gheryt, "dat uw moeder zich om mijnentwille zooveel moeite geeft.... waarom niet gewacht tot na den eten? Uw kinderen zullen kwaad op mij wezen, dat ik hen in die verrichting storen kom."

Ik zal verder wel alleen klaarkomen." De oude vrouw meldde nu, dat alles op het bovenkamertje in orde was; waarop Gheryt, de lamp uit haar hand nemende, zijn gast voorlichtte, en naar het slaapvertrek geleidde, waar hij, na stellig bescheid ontvangen te hebben dat de reiziger niets meer noodig had en het verder wel alleen zou klaren, hem onder het toewenschen eener aangename nachtrust alleenliet.

Opgerezen, schoot hij de kleeren van Gheryt Maessen weder aan, daar zijn eigene bij den haard in het benedenvertrek waren gebleven, en maakte hij zich gereed derwaarts te gaan, toen hij uit dat benedenvertrek een vrouwenstem hoorde komen, welke hem bekend voorkwam, ofschoon zij aan geen der inwoners van de boerderij behoorde.

Naast de Jonkvrouw stond Gheryt Maessen, die reeds zijn vroege ochtendwerk verricht had en voor het ontbijt was teruggekeerd: hij staarde, terwijl hij over een stoel leunde, de weldoenster van zijn huisgezin met een open mond en een gullen blik aan.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek