Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juli 2025


Jakob bemerkte er niets van en bleef in zijne mijmering verdiept, toen eensklaps, rein als zilver, helder als de ontluikende dag een zoetluidend gezang zijne ooren kwam streelen: "Aloëtte, vogel clein, "Dijn nature is zoet ende rein, "So es dijn edel sanc, "Daar dient u met den Here allein "Te love om sinen danc."

't Was een gezang, dat uit de duisternis kwam, een verheven harmonisch gebed, in de schaduw en de vreeselijke stilte van den nacht; een gezang van vrouwenstemmen, die den reinen klank der maagden en den natuurlijken toon der kinderen hadden, stemmen, welke niet tot de aarde behooren, maar aan die gelijken, welke de pasgeborenen nog in de ooren klinken en de stervenden reeds beginnen te vernemen.

Door uw gezang komen weer voor mij op die donkerblauwe, lieflijke oogen o, zijt gij dan onder de wateren?” Zoo riep de student Anselmus en maakte er een schichtige beweging bij, als wilde hij zich zoo uit den gondel in de rivier werpen. „Is mijnheer bezeten?” riep de schipper en greep hem bij zijn jaspand.

Ook zij is twistziek, oploopend, bijtlustig en door broodnijd bezield, hoe gezellig zij overigens ook moge schijnen. Haar gezang is een erbarmelijk getjilp zonder welluidendheid, regel of orde; het bestaat eenvoudig uit een willekeurige samenvoeging van de verschillende geluiden, die zij maakt.

En niet minder wordt ge gekweld door de krijschende muziek van goochelaars, koorddansers, tooneelspelers, die op de straat hunne kunsten vertoonen en de aandacht der wandelaars trachten te boeien. Uit alle theehuizen weergalmen de vroolijke tonen van guitaren en tamboerijnen, begeleid en afgewisseld door gezang en gelach.

De zuiverheid en kracht der tonen, welke op die van een fluit gelijken, wegen volgens het oordeel van de vogelliefhebbers wel op tegen de kortheid der strophen. Niet alle exemplaren zijn trouwens in dit opzicht even begaafd. Alle zijn echter vol ijver; bijna gedurende den geheelen dag, van den vroegen morgen tot 's avonds, weerklinkt hun fraai gezang."

Aan de spits harer kudde, bestaande uit mouflons, bokken, grijze en zwarte schapen, wandelt eene jonge herderin, in schitterende kleeding. Al voortgaande, borduurt zij met vlijtige hand, en geleidt tevens hare kudde, die schijnt te volgen op de maat van haar zonderling gezang.

Ik ken dit gezang; het is een lied van Theodoor Van Rijswijck: /* Wie graag eens een reisje door Holland wil doen, Hij zal het zich nimmer beklagen. De morgenstond komt er, als hier, vóor den noen; Er zijn zomersche en wintersche dagen.

Van schrik kon ik niet spreken, en met open mond staarde ik mijne beide vrienden aan. »Mooi zoo, Doruszei Bob. »Dat ziet er pleizierig voor je uit. 't Is zeker het derde gezangIk knikte toestemmend en kreeg de tranen in de oogen, tranen van spijt en berouw. Zonder een oogenblik langer te dralen ijlde ik naar beneden, naar het orgel, maar wat kon ik er doen?

Maar moê zweeg het gezang, en het lange gesijfel van slijpende voeten bleef breed sluipen langs den vloer. En eensklaps voelde hij toen zijn armen vrij worden en ruimte komen voor en achter.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek