United States or Gibraltar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een paar van deze platen heb ik al beschreven; een andere serie die mij bijbleef, bracht in beeld het wisselen der kindersterfte al naar de seizoenen. Op elke prent van deze groep van vier was een berk afgebeeld; op de eene met kale wintersche takken, op de tweede in teere lentedos, op de derde dicht en vol bebladerd en op de vierde met 't gele verflenste herfstblad er omheen gestrooid.

Zoolang er leven was, was er hoop en zulk eene lafheid mocht een ridder van koning Arthur slechts in den uitersten nood begaan. Al zijne wilskracht bijeenrapend, vervolgde hij zijne reis en alsof de natuur hem beloonen wilde voor zijn moed, kwamen er nu dagen van zonneschijn en frissche, wintersche kou.

Paul van Limburg kan in zijn Februari-tafereel al de dingen van den winter opeenhoopen: de boeren zich warmend voor het vuur, het waschgoed dat te drogen hangt, de bonte kraaien op de sneeuw, de schaapskooi, de bijenkorven, de tonnen en de kar, en het heele wintersche verschiet met het stille dorpje en de eenzame hofstede op den heuvel. De rustige eenheid van het beeld blijft volmaakt.

't Vervaarlijk Lijf van ros en grauw gesteent, door sneeuw en blauwige ijsstroom ooverspreid, omhulde zich tot wintersche eenzaamheid. En ik had niet begreepen, niet geweend, mat waren al mijn vragen, al mijn beeden 't pracht-harnas des Verheev'nen langs gegleeden.

Hier zat hij, in den luwen tropischen nacht van dezen eersten dag des jaars: Sylvester de genius der noordsche huiselijkheid, der wintersche poëzie. Hier zat hij en hobbelde zich. »Ik heb mijnen marsch volbracht. Ik zag hier licht, en goede dingen op de tafel. Laat mij hier een weinig rusten."

Balders mutserd de zon verbeeldt, Kleurt den heiligen haard, Spoedig de laatste vlam er speelt, Hodur regeert op aard. "Zijn door Hodur bewerkte dood is de overwinning van de duisternis over het licht, de duisternis van den winter over het licht van den zomer; en de wraak van Vali is het doorbreken van het nieuwe licht na de wintersche duisternis."

Toen allen zich gereed maakten om zich naar hunne slaapvertrekken te begeven, naderde Walewein zijn gastheer en betuigde hem zijnen dank voor zijn gastvrij onthaal. Nooit, zoo zeide hij, zou hij de genotvolle dagen vergeten, die hij op het slot had mogen doorbrengen en die hem na de geleden ontberingen van zijn wintersche reis, dubbel schoon waren voorgekomen.

Inmiddels reed onze held onversaagd zijns weegs door het wintersche landschap. De Novemberstormen gierden en bliezen hem om het hoofd, de zware herfstnevels deden hem het pad bijster raken, de fijne jachtsneeuw sloeg hem in het gezicht en verblindde zijne oogen toch reed hij voort, al dieper het eenzame land in.

Het duurde nu niet lang of 't werd avond, en, na eenen zeer langzamen overgang, nacht. Doch die nacht, door den onbegrijplijken luister der maan verlicht, was vrij helderer dan menige wintersche dag. Ik kon my niet genoeg verwonderen over de grootte der maan, die al voller werd naar mate de nacht groeide.

Wie heeft mij de troost gebracht en de verzoening toen ik mat was van strijden, niet verslagen maar duldend zonder vreugde? Wie heeft mijn wintersche dagen verkeerd in luuwte? Wie heeft mij liefde doen kennen zonder bitterheid? Wie heeft mijn blijdschap hersteld? Gij weet hoe zwaar het is God te gedenken in alle donkere gangen des leevens. Maar door u heb ik Hem niet vergeeten.