Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juli 2025


Mijn paarden zochten in de zon het oord Van hun geboorte, waar zij voortaan vrij Van arbeid zullen leven, bloemen grazend Van een plantaardig vuur; en waar mijn wagen, Gelijk de maan, zal staan binnen een tempel, Bestaard door beelden, als van Phidias, Van u, en Asia, en van de Aarde, en mij, En u, lieflijke nymfen, die de liefde Die wij gevoelen in uw blikken draagt, Als een gedachtnis van de tijdingen Die hij gedragen heeft, onder een koepel, Versierd met beitelwerk dat bloemen nabootst, In evenwicht op twalef zuilen van Schittrend gesteent, en open naar den hemel, Die hel en lieflijk is.

Waar 't vee blijft, blijven wij, grootmogende monarch! Als wij gekomen zijn bij Sinaï den berg, Wij God een offerand van ossen ofte stieren Op 't heilige gesteent dankbarig moeten vieren, Tot eenen zoeten reuk, en tot een teeken blij, Dat hij ons heeft verlost van al ons slavernij; De palen zijnes wets wy niet en overtreden, Dus oorloft ons vertrek, en hoort zijn stemme heden!

De hooge rotswanden, die den tuin omgaven, dropen ter Noordzijde van neêr druppelende watervalletjes, sijpelend tusschen de groeven over groene en gele mossen, dicht overwoekerend het gesteent. Er bloeide een schat van bloemen overal op aan de dichte heesters, waar de roode en witte rozen gloeiden en geurden over geheel de Zuidzijde van den ingeslotenen wondertuin.

't Vervaarlijk Lijf van ros en grauw gesteent, door sneeuw en blauwige ijsstroom ooverspreid, omhulde zich tot wintersche eenzaamheid. En ik had niet begreepen, niet geweend, mat waren al mijn vragen, al mijn beeden 't pracht-harnas des Verheev'nen langs gegleeden.

Dat ons gemoed u viert inwendig na den geeste, En dat ons harte brandt, gelijk als in 's vuurs gloed Op 't heilige gesteent ons offerande doet, En dat wij we wet betrachten aldermeeste. Zoo dikwijls als het bloed der bokken zal besprengen Des altaars hooge plat, zal ik gedenken aan Hoe wij de straffe hand uws engels zijn ontgaan, Waar door gij tzamen ons woudt uit Egypten brengen.

Gelijk ik zie, uit wenst tot weelde, te gemoet Al wat verbastering der oude zeeden goedt; En, om het snood gewin, in last de goede wetten. Doch zullen daar de best' hun voorgang tegens zetten. Uitblinkendt als in goudt het heldere gesteent.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek