Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 mei 2025
Ik had geen de minste moeite om mij in te denken in 't geval dat ik met haar getrouwd was en dat wij samen, als man en vrouw, naar onze slaapkamer gingen. Op 't eerste trapportaal duwde zij een witte deur open, draaide licht aan, verzocht mij binnen te treden. Alles was er van een lichte kleur, amandelbloesemachtig-teer en 't geurde er bedwelmend naar fijne viooltjes.
Hij floot een vroolijk deuntje en onderwijl hakte hij vlijtig op een dikken boomstam los. Vroolijk blonk de bijl in den helderen zonneschijn, lustig stoven de spaanders in 't rond, lekker geurde het versche hout. Hans kon het niet laten, hij moest even voorbij de werkplaats loopen.
Doch toen de avond kwam en hij weder door de straten der stad ging, was de lucht zoel en vol vochtige voorjaarsgeuren. Alles geurde sterker en in de enge straten beklemde het hem. Maar op de open pleinen rook hij het gras en de knoppen van buiten. En boven de stad zag hij het voorjaar in de rustige wolkjes, in het teedere rood van den westelijken hemel.
De vroege klaarte van den nieuwen dag hing over 't veld met de wakte in de lucht van dauw en damp, en 't geurde sterk naar bloemen en den rook van 't gedoofde feestvuur, en Wieze wist niet hoe en waarom al de dingen zoo nuchter vóór haar oogen stonden en ze vroeg bij zichzelf: wat er wel gebeuren ging? waarnaar ze kijken kwam of wat ze wel vergeten of misdaan had om zoo angstig te zijn, zonder de oorzaak te vinden van de beroerte.
Rupert zong, verging zelf in zijn zang en vertelde met klanken en beelden zijne spasmodische zinschokken. Toen was 't een veld van rozen en de voeten van den tierenden man staken in den malschen dauw, die geurde. En hij danste, dolgekitteld, aldoor zijne teenen krullend, en zijn buik was glimmend en rond. Het gouden zwaard van den zomer zwaaide over den hemel..
En ook het boerderijtje herleefde uit zijn stillen winterslaap!... De mooie boomgaard stond niet stekelig-witbebaard meer met schijn-bloeisel van fantastische rijp, maar bloeide en geurde werkelijk nu van zacht-en-frisch-levend lentebloeisel.
Het leefde en straalde en tintelde; het geurde onuitsprekelijk wonderzoet en 't wemelde en trilde van duizend-en-duizenden zoemende bijen. D
Lavinius liep even bij Cosmus in. Het winkeltje, hoewel open, geurde een nardus-potje gelijk. Ik breng alles van daag in gereedheid, dominus! verzekerde Cosmus. Al je zalven, verven en poeiers.... Maar dènk, vriend Cosmus, dat ik een arme drommel ben, die zijn geld moet verdienen! Kom, kom, je zit er goed in! meende Cosmus. De dominus sloeg de armen op en uit, de tweelingen dicht naast zich.
Hij zag hoe Florjan het briefje had geschreven: lang en mager, gebogen over een taveernetafel, met zijne fijne spitse vingeren alle tien op het geurend papiertje en onhandig de pen langs krulletjes omvoerend. Waarlijk, het briefje geurde. Een gemeene heliotroopreuk walmde boven de kleine ongelijke letters.
Zijn balsem streelde mij zoo zeer, Zoo frisch geurde hij En 's ochtends, als ik hem besproeide Bij het rijzen van de zon, Was iedereen verwonderd: Waar komt zooveel geur vandaan? En ik uit liefde voor hem zal sterven van verdriet. En ik uit liefde voor hem zal sterven van verdriet. uit liefde voor mijn pot met bloemen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek