Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
Zij kweekt altruïsme: De verrukte aanschouwer heeft de vermogens van den door hem bewonderden kunstenaar lief, en vergeet, zij 't voor korten tijd, zich-zelf voor hem en zijn werk. Ik citeer uit De Nieuwe Tijd, 1909. blz. 16. Het is daar overgenomen uit Nieuwe Litt. Gesch. III blz. 44. De Nieuwe Tijd, 1909, blz. 17 18. Ibid. blz. 18. Ibid. blz. 22. Ibid. blz. 31. De Nieuwe Tijd, 1909. blz. 27.
Over Ludger, Westendorp, I. 64 en volgg. 89 volgg. die echter, tegen het verhaal van Schotanus aan, niet de moeder van Ludger den offerdood doet ontkomen, maar Ludger zelf, waardoor de genoemde oorzaak zou wegvallen, welke aanleiding tot het ombrengen van het jonggeboren kind had gegeven. Maar belangrijk is ten dezen het werk van den heer B. Glasius, de Gesch. der Christ.
Hunne taal, zeer veel overeenkomende met die, welke in Engeland gesproken werd, vele honderden van jaren voor dat Shakespeare schreef; hun ligchaamsgestalte, hun schrandere en wijsgeerige geest, hunne ontwijfelbare betrekking met het beste deel van den Engelschen volksstam dit alles boezemde mij belang in." Zie ook Wagenaar, Vad. Hist. I 289; Cerisier, Gesch. der Ned.
Ik heb hier het oog op hetgeen eerst door JONCKBLOET is uiteengezet en later door TE WINKEL uitgebreid. Ook op COSIJN'S rectorale rede "over Angelsaksische Poëzie" . COSIJN, t.a.p. bl. 21. Dr. TE WINKEL, Gesch. der Ned. Lett. Hilde Gudrun.... von F. PANZER. Halle a/S. 1901. Ook Prof. SYMONS, die de Gudrun uitgaf, hecht aan die plaatsnamen niet veel.
en de auteur van een ander 14de-eeuwsch leerdicht Spiegel der Zonden zegt evenzoo: Elk zoect om vremde ghedane In zinen clederen.... . Dit individualisme, zich nu nog maar openbarend in iets uiterlijks, zullen wij gaandeweg, doch uiterst langzaam, zich zien ontwikkelen in een later tijdvak. Vgl. BLOK, Gesch. v.h. Ned. Volk, II, 24 vlgg., 222. SCHOTEL, Abdij van Rijnsburg, bl. 90-92.
Der Minnen Loep, I, 2047-2060. STOETT, Syntaxis, p. 146; Hildegaersberch's Gedichten, 155, 203 vlgg.; 157, 129-138; 157, 1-15. FRANCK onderstelt in den dichter van het Leven der H. Lutgarde opzet bij het maken zijner lange en ingewikkelde zinnen. Mij schijnt dat zeer twijfelachtig. Doch indien er al opzet geweest zij, dan zal de kunst de natuur hier te hulp zijn gekomen. Alt. Gesch. u.
Het stelsel van Arius was, dat de Zoon van God, die, ter verlossinge der menschen, mensch werd, in waardigheid en natuur den Vader niet gelijk stond, maar, vóór de schepping, door den Vader als het voornaamste schepsel uit niets is voortgebragt. Verg. B. Glasius, Gesch. der Christ. Kerk en Godsdienst, I. 37; F. Sjoerds, Jaarb. Bl. 64. In den jaare 840 overleed Lodewijk.
Het spreekt vanzelf dat hier gelet moet worden op de vraag of de proloog van den dichter zelven is. Doch ik kan daarin hier niet dieper treden; dit deel onzer stof zou m.i., wel een afzonderlijk onderzoek verdienen. A.w. vs. 1233-'8. Naar het schijnt, niet in het Latijn aanwezig. Vgl. CREIZENACH, Gesch. des neueren Dramas, I, 380. Over het voordragen met "Stimmenwechsel" ald. 34, 160. Vgl. Sp.
SCHERER, Gesch. der D. Lit., S. 143-4; PIPER, Spielmannsdichtung, II, 299; Grundriss der German. Phil., II, 1, 258. Uitgegeven door STEINMEYER in Z.f.d.A., 21, Bd. S. 307 flgg. STEINMEYER gelooft dat de afschrijver aan de taal een Hoogduitsche tint gegeven heeft.
TE WINKEL'S Gesch. der Ned. Lett., bl. 381-3. Het eerste deel schijnt in het laatst der 13e of den aanvang der 14e eeuw opgesteld. Vgl. Ed. III, 1473-'78; Opdracht van Boek I. II, 644-'7; IV, 263 enz. Boek IV, vs. 1086 vlgg. en V, 96 vlgg. In twee der drie hss. van STOKE'S Kroniek lezen wij deze verzen in plaats van VIII, 791-2. Eerste Martijn, vs. 109-110, 665; Sp. Hist., III, 8, c. 93, 185.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek