Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
Ook was men daar gansch niet op zijne tusschenkomst gesteld, en liever dan die in te roepen vlogen een paar kleine juffertjes met gloeiende gezichtjes als gejaagde reeën de gang door om op den stoep door de wachtende dienstmeisjes, die intusschen met de groote jongens hadden geginnegapt ontvangen te worden met eene gemaakte grimmigheid. »Wel Saartje is me dat laten wachten!"
Frits was de gelukkige, de beminde, men legde de handen ineen om hem voort te helpen; dezen werd aangeboden, wat hij niet eens had gevraagd; die kon dankbaar zijn en Gode zijn hart wijden; maar een geplaagde en gejaagde als hij, die kon alleen het hoofd buigen en zich krommen onder zijn juk met verbeten wrok.
De Kunst eischt van hare priesters algeheele toewijding; althans geen onmogelijk-vluchtige, geen gejaagde, met een brok brood in den mond, met den lijmpot in de hand, en de bedelaars aan de deur. Kunst en Philanthropie gaan dikwerf te zamen; maar familie zijn ze niet.
Haar gelaat kenteekende een groote spanning. Het was bijna onnoodig, dat zij streed om haar aandoening te verbergen, haar gejaagde ademhaling verraadde haar toch en plotseling kreeg hij lust, haar nog wat te pijnigen. "Ja, dan is het maar het best, dat alles blijft zooals het is," zeide hij. Het was alsof zij door een onzichtbaren slag getroffen was, alsof zij in elkaar zonk.
Het hijgend snuiven der machine, die de kooien rusteloos op en neder doet gaan, eene schelle symphonie, die ge nimmer vergeet als zij eenmaal uwe ooren trof, is als de gloeiende, gejaagde ademhaling van het koortsige leven dat daar in de diepte woelt.
"Kom," zeide hij integendeel met eenigszins gejaagde en kort afgebroken stem. "Is het oogenblik gekomen?" vroeg Kaap Matifou, die dadelijk opstond en mede wilde gaan. "Welk oogenblik?" "Hou je me voor den gek?" vroeg de reus gemelijk. "Pescadospunt zou mij niet begrijpen?" "Neen, waarachtig niet. Ik begrijp je niet. Welk oogenblik?" vroeg de kleine man ongeduldig.
Droomerig gonsden meikevers om hun ooren, grauwe vleermuizen fladderden geluidloos, als gejaagde schimmen heen en weer, en uit de gansche wijdte van het wazigbleek, zacht-sluimerend veld, steeg een vaag en dof gemurmel van diep-en-geheimzinnig werkend leven. Alom, in de lauwe, mildvruchtbare aarde, hoorde en voelde men als 't ware het sap in de opkomende gewassen stijgen.
Toen was het haar in-eens alsof ze ontwaakte; uitbarstend in snikken liep ze als een gejaagde de trappen weer op, naar haar kamer, viel daar weer neer op haar bed.... De oude De Boogh trok zijn wenkbrauwen op, glimlachte minachtend, bromde nog door van nonsens en gekkenwerk, en die zenuwen tegenwoordig.
Eerst las Pieter op zijn gemak het gedicht van zijne drie vrienden, stak het na de lezing in zijn zak, en ging daarna op de jacht. De ramen had hij open geschoven, en weldra zag hij, hoe de gejaagde kevers bij drommen naar buiten vlogen.
Maar een ontstemmend gevoel fronste plotseling zijn wenkbrauwen: er was er nòg een die naar haar verlangde en haar den ganschen dag zou zien: Smul, boer Kneuvels' paardenknecht! Hij bromde iets tusschen zijn tanden en vlugger nog, als in gejaagde haast, liep hij door. Hij voelde reeds de nachtelijke frischheid niet meer en sloeg den kraag van zijn wambuis weer over.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek