Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 mei 2025


"Front-de-Boeuf is sedert zijn laatsten val nog niet weder bij goede luim," zei De Bracy tot den Tempelier: "hij schrikt bij het bloote denkbeeld van eene uitdaging, al komt die ook maar van een nar en een zwijnenhoeder." "Bij St. Michiel!" antwoordde Front-de-Boeuf; "ik wilde, De Bracy, dat gij het avontuur geheel alleen moest doorstaan.

Ivanhoe is de aaneengeschakelde beschrijving van allerlei ridderlijke sport, eerst het tournooi van Ashby-de-la-Zouche, dan de belegering van den burcht van Reginald Front-de-Boeuf, dan het godsgericht door de Tempeliers over de edele Jodin Rebekka, dochter van Izaäk van York gehouden.

Hij schrikte en kromp ineen; maar oogenblikkelijk zijne gewone stoutheid terugroepende, riep hij uit: "Wie zijt gij? Wat zijt gij, die het waagt, om mijne woorden te herhalen; met een stem gelijk aan die van de krassende raaf? Kom voor mijn bed staan, opdat ik u zien kan." "Ik ben uw booze engel, Reginald Front-de-Boeuf!" hernam de stem.

"Toef nog één oogenblik," zei Ulrica; "verlaat mij thans niet; zoon van mijns vaders vriend, uit vrees, dat de booze geest, die mijn leven bestuurd heeft, mij mocht aandrijven, om mij over uw hardvochtigen smaad te wreken. Denkt ge, dat, zoo Front-de-Boeuf Cedric den Sakser, in zulk eene vermomming, in zijn kasteel vond, uw leven van langen duur zou zijn?

"Voor zoover ik kan," hernam Athelstane, "zal ik hen doen vertrekken; en ik twijfel niet, of vader Cedric zal zijn best doen, om mij bij te staan." "Wij zijn het dus eens," zei Front-de-Boeuf, "gij zult met hen in vrijheid gesteld worden, en er zal van weerskanten vrede zijn, tegen uitbetaling van duizend mark.

Naar de wallen, gij trage schurken!" riep hij, zijne forsche stem verheffende, zoodat de gewelven er van weêrgalmden, "naar de wallen, of ik zal er u met deze knots heen jagen!" De lieden antwoordden hem op stuggen toon, "dat ze niets beters verlangden dan naar de wallen te gaan, mits Front-de-Boeuf het bij hun meester verantwoorden wilde, die hun bevolen had, den stervende op te passen."

Aan de zijde van den valschen regent, later King John, teekent hij verschillende typen van Normandische edelen: Reginald Front-de-Boeuf, den ruwen geweldenaar, die voor geene gruwelen terugdeinst, als zij zijne hartstochten en zijne inhaligheid kunnen dienen, Brian de Bois-Guilbert, den sceptischen Tempelier, die uit Palestina eene groote minachting voor de kerk en de geestelijkheid heeft medegebracht, en Maurice de Bracy, den aanvoerder van eene bende lansknechten, die voor niets terugdeinzen, als de woeste huurlingen, welke Oltmans onder de vanen van Perrol met de roode hand in zijn Schaapherder doet ten tooneele komen.

"In onwettige banden wel, maar niet in die der liefde," antwoordde de oude; "de liefde zal eerder de verblijven der eeuwige verdoemenis bezoeken, dan dit goddelooze kasteel. Neen, dat behoef ik mij ten minste niet te verwijten; haat tegen Front-de-Boeuf en zijn geslacht heerschte steeds in mijne ziel, zelfs te midden zijner misdadige liefkoozingen!"

"Dat niet, ridder Brian," antwoordde Front-de-Boeuf, "deze roovers hebben, wel is waar, een stouten aanvoerder; maar zonder krijgswerktuigen, stormladders, en ervaren opperhoofden, kan mijn kasteel hen trotseeren."

Front-de-Boeuf werd om veel geringere zaken levend verbrand; want hij hield toch eene goede tafel voor zijne gevangenen, en deed slechts te veel knoflook in zijn laatste soep. Maar deze schijnheilige, ondankbare slaven, die vleiers, die zich zoo dikwijls zelven aan mijne tafel genoodigd hebben, die mij soep, noch knoflook, noch iets anders gaven, zij zullen sterven, bij de ziel van Hengist!"

Woord Van De Dag

brille

Anderen Op Zoek