Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


Schoegje, eigenlik skoegje, skoechje, beteekent schoentje, in de friesche taal; zie bl. 427. Schriemer, eigenlik skriemer, dat is te zeggen: iemand die weent, schreit of huilt, in het Friesch skriemt. Deze friesche geslachtsnaam heeft zyne weêrga in den geslachtsnaam Schreyer, dien ik te Antwerpen aantrof.

Hoe meer echter de gebeurtenissen, ook in de oude Friesche Landskronyken verhaald, overeenstemmen met de godsdienstoefeningen, zeden, karakter en gewoonten des volks en de omstandigheden der tijden hoe meer waarde en gezag wij er aan kunnen hechten, vooral, wanneer geschiedschrijvers van andere landen deze berigten bevestigen.

Een byzondere friesche geslachtsnaam is Leefsma, die door een israëlitisch geslacht in Friesland gedragen wordt, en geformd is van den hebreeuschen mansvóórnaam Levi. Deze naam is van zeer jonge dagteekening, van den jare 1811, en in navolging der zuiver-friesche sma-namen opgemaakt. Dat men van Levi en sma niet Levisma gemaakt heeft, is niet vreemd.

Aan het Friesche volk komt de eer toe, het eerst zijne stem te hebben opgeheven in het veelstemmig koor van Nederlands poëzie; aan de poort onzer literatuur staat Frysk bloed, tsjoch op! een vrije Fries, de blinde zanger BERNLEF.

De vestibule van het stadhuis met eiken zoldering heeft nog een oude vierschaar of schepenbank. Een merkwaardig gebouw is de Hervormde kerk met een hoogen toren, in den vorm van de Friesche kerktorens. Men weet niet met zekerheid, wanneer en door wien deze kerk gebouwd werd; in 1858 is zij in- en uitwendig vernieuwd.

Ik vermeldde dit liedje reeds I, bl. 281, en daarvóor het rhythmische Noordhollandsche oogstlied, dat inzet met de regels: De wumpel, de strumpel, de kanne met bier, Die hebben we hier op ons plezier! Ook enkele dorschliedjes gaf ik reeds op bl. 284. In zijn geheel luidt het Friesche liedje als volgt: It klitst, it klatst 't Giet juwn toa gest, Op tzies in brea Mey 't heale gea.

Onderscheidene personen uit den vreemde zetten zich hier neder, of kwamen in het gevolg der Friesche Stadhouders of met Duitsche benden herwaarts over. Ook aan de Akademie te Franeker bevonden zich veelal verscheidene Luthersche studenten.

Daardoor moge voorloopig worden voorzien in eene behoefte, welke velen onzer landgenooten gaarne bevredigd zagen; velen, ook in andere provinciën des vaderlands, welke vroeger deelen waren van het uitgestrekte Friesche rijk, en wier geschiedenis dus zamenvloeit met die, welke wij in de hoofdzaak tot de tegenwoordige provincie of het eigenlijk Friesland moesten bepalen.

En gelijk wij nu dien fieren Frieschen geest wenschen te bewaren, te handhaven en te veredelen, niet om aldus een eigen volksbestaan te herkrijgen of te behouden, eene gedachte, die elk verstandige belagchelijk en verwaand zoude noemen! evenmin om ons door een kwalijk begrepen provincialismus van het gemeene vaderland af te zonderen, en binnen onze enge gewestelijke grenzen in te sluiten, een toeleg, die den waren liefhebber van het vaderland even verderfelijk moet voorkomen, als de daar lijnregt tegen inloopende strekking, om, door wegneming van alle individualiteit, alles te amalgameren, hem tegen de borst is; maar omdat die fiere geest ons krachtig kan helpen tot vermeerdering van ons volksgeluk, daar hij ons onze instellingen leert waardeeren en eerbiedigen, en het goede bewaren, dat nog in en onder ons is; even zoo moet ook de Friesche landtaal, die nog ten huidigen dage onder de plattelandsbewoners eene levende taal is, door ons worden bemind en geëerbiedigd, als een kostelijk overblijfsel, als eene dierbare nalatenschap van dat vrije volk, hetwelk haar eens als volkstaal sprak, met welks aard en zeden zij op het naauwst was verknocht, welks fieren, krachtigen geest en zin zij in forsche, kernachtige klanken uitdrukte.

"Wij danken onze Friesche onderzaten," zeide hij, op dit laatste woord drukkende, "voor de betooning hunner verknochtheid; wij hadden echter iets meer durven hopen dan loutere betuigingen, en billijk verwacht, dat er van hunnen kant ook daden zouden hebben gesproken. Gij kunt niet onwetend zijn, edele Heeren! dat onze Ambtenaren te Stavoren mishandeld zijn geworden.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek