Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


"Hij zou desnoods nog een boog hanteeren," zeide Adeelen: "ik verzeker u, Heer van Treslong, naardien dat uw naam is, dat onze Friesche monniken de strijdkolf en den boog meer in de hand hebben dan het getijboek en dat, bijaldien ik geen goed kuras gedragen had, mij een Lidlummer monnik voor mijn tijd naar de eeuwigheid gezonden had."

Er heerscht echter over deze tijden ook nog eene vale schemering, zoo geene duisternis; want de eerste Friesche Koning, wiens naam en handelingen met genoegzame zekerheid kunnen worden vermeld, heeft geregeerd in de zevende eeuw en heeft den troon beklommen omtrent 590 of 630. Adgillus de Eerste was die Vorst: wie echter zijn vader was, daarover hebben de geleerden het niet eens kunnen worden.

"Om aan die Friesche Heeren te Harderwijk te verhalen, dat Jonkvrouw Madzy...." "Ja! ik herinner mij.... Verder!" "Nu! zij keken mooi op hun neus, toen ik de tijding bracht; maar daar was een zekere Feiko bij.... ik heb den man eens leelijk slaag zien krijgen, te Haarlem." "Ter zake! al die uitweidingen verlang ik niet."

Maar wat er van de friesche dracht in het werkelijke leven bleef, was niets dan het beroemde oorijzer, waarin echter, in den vorm waarin het tegenwoordig nog gedragen wordt, moeilijk het oer-type van de hoofd-versiering te erkennen is, waartoe alle oorijzer-vormen, die in dezen tijd nog in de verschillende streken van Nederland gedragen worden, waarschijnlijk terug te brengen zijn.

Het friesche ingha en unga komt natuurlik geheel overeen met de uitgangen ingh, inge, inghe en ung by andere patronymika; zie bl. 32-37. Maar wel zijn er eenigen, die het voorzetsel van by zich hebben. Oorspronkelik behoort dit voorzetsel voor geen ééne friesche geslachtsnaam te staan. Het past er niet by. Het is eene tegenstrydigheid.

Het zal duidelijk worden, dat, sints de taal opgehouden heeft als eene volksschrijftaal te bestaan, ook hare ware orthographie is verloren gegaan, en door eene, aan het taalkarakter vreemde, spelling vervangen is, geschoeid op den leest van de spelling van dat volk, onder hetwelk het Friesche dialect is overgebleven.

"Dan zal de Raadpensionaris spoedig vallen en dan dan maken wij vrede met Engeland.... en...." "Maar gij hebt mij nog niet gezegd, mijnheer Van Heenvliet, wanneer gij mijn Friesche paarden zoudt komen zien," hernam de Prins bedaard.

Maar, als 'er twist tusschen de Edelen van Harliga en Harns ontstond om den naam, zo heeft zy tot heden die beide naamen behouden, en word in de gemeene Spraak Harlingen, en in de Friesche landspraak Harns genoemt. In den jaare 1239 was Sikke Sjaarda of Sjaardema, Landsheer van Friesland.

Het is dus grootelijks te verwonderen, dat de historieschrijvers van ons vaderland niet enkel de latere, maar ook de vroegere Friesche geschiedenis zoo lang verwaarloosd en soms zoo verminkt voorgesteld hebben, dewijl deze toch de hoofdbron of het ~grondstuk~ is, waarop de geschiedenis van =Holland= of wel van geheel =Nederland= moet rusten.

Vele dier torens hebben den vorm en de zwaarte onzer oude Friesche Stinzen, en schijnen mede gebouwd te zijn met het doel, om door de ingezetenen gebruikt te worden als plaats van toevlugt en bescherming, in tijden van nood en gevaar.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek