Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Alcaraz, Manuel de Madrid y Luna, Sinco Priore Guardianis y Doctor, Iuan Manuel Delauega, oydores rector. dela dicha Real audiencia y el Genral Sinco Frailes, Predicadores.

Doch Fray Sibyla was een zeer beleefd man en antwoordde: "Mijnheer de luitenant, hier zijn we in de wereld, niet in de kerk: deze plaats komt u toe." Maar, te oordeelen naar den toon waarop hij sprak, kwam de plaats hem ook in de wereld toe. De luitenant, hetzij om zich geen moeite te geven of om niet tusschen twee "frailes" te zitten, weigerde vrij droogjes.

De komst van Maria Clara en haar vriendinnen stoorde het gesprek. Don Filipo ontving ze, en geleidde ze naar haar plaatsen. Daarna kwam de pastoor, en er kwamen ook andere burgers wier taak het was de frailes te vergezellen. "God moge ze ook in 't andere leven beloonen," zeide de oude Tasio, terwijl hij zich verwijderde. De voorstelling begon met Chananay en Marianito.

Ook waren daar bijeen al de frailes, behalve Padre Dámaso, om hun opwachting te maken bij den gouverneur. "Zijne Excellentie de 'Capitán Generaal' verzoekt uwe weleerwaarden een oogenblikje geduld te hebben!" zeide de adjudant. "Wilt u maar binnengaan, jongmensch?" De bewuste Manileen, die Grieksch met Tagaalsch verwarde, trad bleek en bevend de zaal binnen.

De "gobernadorcillo" krabde zich achter zijn oor, keek naar de zoldering, en antwoordde scherp: "Och, wat 'n warmbloedigheid! 't Lijkt wel alsof u nog niet weet, in welk land we zijn en onze landlui niet kent. De frailes zijn rijk en steunen elkaar, wij zijn verdeeld en arm. Wel zeker! Probeert u maar 's hem te verdedigen, en u zult 's zien hoe ze u alleen laten zitten!"

Ibarra had uitgesproken, en Elias luisterde nog. Zijn gelaat stond droef, zijn oogen hadden hun glans verloren. "De zendelingen hebben 't land veroverd, dat is waar," hervatte hij. "Gelooft u dat de Filippijnen door de frailes behouden zullen worden?" "Ja, alleen door hen, zoo gelooft iedereen het die over de Filippijnen geschreven heeft."

"'t Is waar, dat ik vroeger de frailes en guardias civiles niet uit kon staan, omdat ze zoo onopgevoed zijn," zeide een dikke dame. "Maar nu ik hun nut en hun diensten gezien heb, zou ik bijna met genoegen met een hunner trouwen. Ik ben vaderlandslievend." "Ik zeg 't zelfde!" liet een magere volgen.

"En u zegt dat niemand zich verroerde, dat er niemand tusschenbeide is gekomen, behalve dan de dochter van Capitán Tiago?" vroeg Capitán Martin. "Geen enkele van de frailes, en de alcalde ook niet? Hm! Erger kon 't al niet! Ik zou niet graag in 't vel van dat jongemensch steken. Niemand zal hem ooit vergeven dat hij bang voor hem geweest is. Erger kon 't al niet, hm!"

Tevergeefs jammeren de frailes van den preekstoel tegen den zedelijken achteruitgang, evenals de vischverkoopers jammeren over de schrielheid der koopers, zonder dat ze merken dat hun koopwaar oud en onbruikbaar is. Tevergeefs strekken de kloosters hun vangarmen en wortels naar de dorpen uit, om er den nieuwen stroom te verstikken. De goden gaan heen.

De militair was een oude luitenant, lang en met een streng voorkomen: hij leek wel een hertog van Alva, die wat achtergebleven was op de ranglijst der Guardia Civil. Hij sprak weinig, maar bars en kort. Een der "frailes", een jonge dominikaan, mooi, netjes en keurig als zijn bril met goud-montuur, had een vroegtijdige ernst over zich: het was de pastoor van Binondo, en in vroeger jaren was hij professor geweest aan San Juan de Setrán. Hij had de roep van een volleerd spreker, en wel zoo zeer, dat in de tijden, waarin de zonen van Guzm

Woord Van De Dag

zingenden

Anderen Op Zoek