Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
De student, die in Faust's studeercel kwam verkondigen, dat hij persoonlijk het superieure subjekt der wereld was, en dat het op- en ondergaan der zon van zijn denken afhing, vertoont de nieuwe moraliteit als karikatuur. Maar Faust zal innerlijk rijpen en zich van de idee van orde en wet doordringen, opdat zijn streven niet romantisch zij.
Kapper, ik zal u een ratel aan uw staart laten maken." De kapper had hem baldadig gemaakt. Over een goot springende, riep hij tot een gebaarde portierster, die waardig was geweest Faust op den Bloksberg te ontmoeten, en een bezem in de hand had: "Zoo madam, gaat gij op uw paard uit?" Daarop bespatte hij met slijk de glimmende laarzen van een voorbijganger.
En al rukken zij wel eens een phrasetje uit haar verband, en al nemen zij wel eens ernstig wat Goethe sarcastiesch bedoelde, hij bekijkt het leven van zooveel kanten, dat partijgangers van genoemde en van nog vele òngenoemde richtingen volkomen terecht den Faust zouden kunnen citeeren indien zij hem werkelijk lazen; wat wij minder grif beamen.
Mefistofeles is een verleider, die ons poogt af te leiden van onze hooge menscheroeping; maar zijn oogmerk ligt verder dan een verleiding zonder meer; de verleiding is niet meer dan middel en het doel, waarheen hij streeft is verstoring. Hij wil verderven, te niet doen. Hij wil den waren levensdrang vernietigen. "Ik ben de geest die steeds ontkent" roept hij tot Faust.
Goethe en Faust zijn de evenwichtloozen, die door de grenzen van het gewone leven worden bekneld, als hun tijdgenooten er zich nog in voelen t'huis.
Ik zeg je, breng die smerige beesten weg! Ze moeten eerst drinken. Mijn God, ik wil niet, dat ze hier drinken! riep Betsy buiten zichzelve van nijdigheid. Ze zullen drinken, in den tuin! antwoordde Eline rustig. Dat wil ik wel eens zien! schreeuwde haar zuster. Als ik toch.... Leo, Faust! riep Eline, steeds met een aanhitsende kalmte en lokte de honden tot zich, terwijl zij op haar knie klopte.
Niet als bloote gedachte lichtend voor hem uit, doch als duurzame levenservaring moet de schoonheid aan zijn bestaan deelnemen: daartoe neme Faust de klassieke beschaving in zich op: het huwelijk met Helena zal hem tot de zedelijke daad bekwamen. Maar de klassieke beschaving moet recht begrepen worden. Ook zij heeft haar excessen en verwarringen.
Het ros meisje ging met een verroest kroesken rond en iedereen gaf een duit of een cent. En de vrouw draaide de "Veuve Joyeuse", "Die Wacht am Rhein" en de wals van "Faust". Maar daar dreef en stootte een veldwachter de jong op zij en gebood barsch tot de verschrikte vrouw: "Hier ni spele, iets aanvrage oep den bureau, allé hoep!" "Ge meugd hier toch orgel spele, zooveul as ge wilt!"
Werd hij inderdaad bevredigd, dan zou hij verzinken in de macht van het onwezen, dat tot hem sprak: al wat ontstaat is waard om te gronde te gaan. Hier ligt de beteekenis der weddenschap tusschen Faust en Mefisto. Uit Mefisto's oogpunt schijnt het mogelijk den levensdrang van Faust in de ontkenning te doen ondergaan.
Met plechtiger gebaar dan men van dezen ironischen verwoester verwachten zou, redeneert hij tot Faust: "Ik ben een deel des deels, dat in den aanvang het al was: een deel der duisternis, waaruit het licht geboren werd, het trotsche licht, dat nu aan zijn moeder de nacht den ouden rang en plaats misgunt."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek