Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juli 2025
Mefisto acht dat Faust op dit oogenblik gaarne een weinig zinnenroes als surrogaat voor zijn oneindigheidsverlangen zal aanvaarden en dat dan de oneindigheidsdrang wel bezwijken zal.
Immers zoodra hij met bevrediging in het betrekkelijke en in den zinnenlust verwijlt, doet Faust afstand van zijn ware menschelijkheid. Mefisto, de negatieve, acht dit mogelijk, daar hij den inhoud van het menschelijk wezen niet begrijpt. Indien maar Faust's geest zich een weinig beperken wil, meent hij, is het geen reuzenwerk hem te voeren tot die zelfvoldaanheid waarmee hij ten ondergaat.
En gelijk een schaduw met ons is totdat ze verbleekt, zoo is Mefisto de reisgezel van Faust. Mefisto is de negatieve zijde van Faust's wezen. Ook het denken van Faust is een kamp tegen Mefistofeles. En hier is Mefisto de ontkenner van de waarheid. Tegenover den wil tot waarheid, stelt hij de ironie en den twijfel.
Het kan zijn dat een grijsaard voller idealist is dan een jonkman, die zijn levenslust verloor; men kan eerst oud zijn naar den geest en daarna jong. Zoo verschijnt Faust in het begin als bejaard man en in de Gretchen-episode als een jeugdig kavalier. Hier zijn geestelijke fasen in beeld gebracht.
Ongekende gevoelens van teedere bekoring stillen de machtige levensdorst van Faust; en misschien zou hij hier het gevaarlijk oogenblik bereiken, zoo niet een geheimzinnige aantrekkingskracht hem uit de oase naar de woestijn terugtrok.
En de heerlijke elementen waaruit deze tragedie is opgebouwd, en die mij na wel twee dozijn nauwlettende lezingen doen zeggen dat Faust het schoonste literair kunstwerk is dat ik ken, laten zich zeer wel genieten door den lezer die den sleutel bezit.
Hij voltooit zijn Egmont, bouwt voort aan Faust, Iphigenie, Tasso. Zijn oude neiging tot schilderen komt weer op; zijn vrienden geven hem les in kleurenleer, in 't teekenen van landschap, mensch, figuur; hij werkt vlijtig en wilskrachtig, en wint nu definitief de overtuiging, dat hij "slechts" dichter is.
Goethe wilde het onbeschrijflijke tòch beschrijven, gevoelend dat hij meer-dan-mensch was; en hij wist dit, getuige de sacramenteele slotwoorden van zijn Faust. Maar niemand zal ontkennen dat hij op menige plaats ook in het corps van de tragedie naar het onmogelijke greep.
Van elders kwam ook de sage van Faust, van Karel Martel, van Koning Arthur, van Keizer Karel. Daarentegen zijn de sagen van de Vier Heemskinderen "de Vier Heysmanskinderen op éen paard", zooals het in Limburg heet en van den Zwanenridder van Nederlandschen oorsprong, al kregen zij hun literairen vorm, die naderhand weer produktief werd, het eerst in het buitenland.
Maar ach, nu Faust's oneindigheidsdrang in Mefistofeles' leiding tot een verstorend geweld werd en nu zijn begeerte zoo hevig brandt als te voren zijn drang naar kennis, nu kan het niet anders of het geheele geluk van Faust en van Gretchen moet als tot een wildernis vergaan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek