Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 september 2025


Eén droom vooral kwelde haar telkens weer. Haar man kwam als matroos gekleed van een verren tocht terug, en zei haar schreiend, dat hij bevel ontvangen had Virginie mee te nemen. Ze besloten dan samen ergens een schuilhoek te zoeken. Eens kwam ze heel ontdaan uit den tuin binnen. Maandenlang zat ze willoos in haar kamer. Félicité sprak haar telkens toe met zacht vermaan.

Toen hij daar een vrouw gewaar werd, die rustig bleef loopen waar ze liep, bukte de conducteur zich voorover uit de kap, en ook de postiljon schreeuwde, terwijl zijn vier paarden, die hij niet kon inhouden, hun draf versnelden; de twee voorste waren zoo nabij, dat ze haar raakten; met een schok van de teugels rukte hij het vierspan den berm op, maar woedend hief hij den arm, en uit alle macht striemde hij Félicité met zijn lange zweep zóó fel langs borst en aangezicht, dat ze achterover viel.

Slechts een enkel gerucht nog drong tot haar door, de stem van den papegaai. Als om haar wat afleiding te bezorgen, bootste hij het getiktak van het braadspit na, den schellen roep van een vischventer, de zaag van den schrijnwerker aan den overkant, en als 't belde, riep hij met mevrouw Aubain's stem: "Félicité! open doen! open doen!"

Félicité haalde plakken koud vleesch uit haar karbies, en er werd ontbeten in een vertrek aansluitend aan de melkerij. Dit was het laatste overschot van een nu verdwenen zomerverblijf. Het in flarden gescheurd behang trilde in den tocht. Mevrouw Aubain boog het hoofd, overstelpt door herinneringen; de kinderen durfden niet meer te praten. "Ga toch spelen", zei ze; ze maakten dat ze wegkwamen.

Er zonk een diepe stilte. En de wierookvaten gleden in breeden uitzwaai op hun kettingen weg en weder. Een azuren waas steeg naar de kamer van Félicité. Haar neusgaten zetten zich uit terwijl ze den wierook inademde met een mystiek welbehagen; dan sloot ze de oogen. Haar lippen glimlachten.

Mijn overleden vrouw heet Félicité en dat zal jelui dus zeker geen ongeluk aanbrengen...... Vindt je dat goed?" "Heel goed, op Sinte Félicité dan, vader Roubieu." En hij drukte ons de hand, mijn broer Jacques en mij, alsof hij een os moest smoren. Daarna gaf hij Rose een zoen en noemde haar moeder. Die groote jongen met zijn groote verschrikkelijke vuisten beminde Véronique tot gek wordens toe.

Ze hadden de twee ledikantjes meegenomen, ook de matrassen, en in de muurkast was niets meer te vinden van Virginie's kleinooden! Félicité klom van de eene verdieping naar de andere, buiten zich zelve van verdriet. Den volgenden dag zat er een plakkaat op de deur; de apotheker schreeuwde haar in 't oor, dat het huis te koop stond. Ze wankelde en moest gaan zitten.

De man liet zich niet zien. Félicité begon van hen te houden. Ze kocht hun een deken, hemden, een fornuis, 't was duidelijk dat ze haar uitbuitten. Deze zwakhartigheid ergerde mevrouw Aubain, wie daarenboven de gemeenzaamheid van het neefje niet aanstond, dat "je" en "jou" speelde tegen haar zoontje, en daar Virginie hoestte en het mooie weer voorbij was, kwam ze in Pont-l'

Weldra echter kwam hij met slecht nieuws voor den dag: zijn ouders hadden verleden jaar een remplaçant voor hem genomen, maar elken dag kon hij worden opgeroepen, en de gedachte onder dienst te moeten, joeg hem schrik aan. Die lafhartigheid was voor Félicité een bewijs van liefde, en de hare werd er dubbel zoo groot door. Bij hun samenkomsten kwelde Theodore haar met zijn onrust en zijn gedwing.

Bourais sloeg de armen in de lucht, hij nieste, hij schaterde het uit, en had dolle pret over een zoo groote onnoozelheid. Félicité begreep niet waarover hij zich zoo vroolijk maakte, zij, die misschien verwachtte alles te zien van haar neef, tot het portret toe. Zoo eng van begrip was ze!

Woord Van De Dag

weledl

Anderen Op Zoek