Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juli 2025
En nu zij alles met eigen oogen in werkelijkheid zag, wat zij eerst nog slechts had gelezen en hooren zingen, vond zij het wel veel bloed, o harde veel bloed, maar zij versaagde niet, zij, de princes van Endi, geboortig uit het bloed van zoo vele strijdbare helden en koningen, en daarbij juichte zij uitermate, dat Gwinebant zoo valiant was en dat Gawein onoverwinnelijk scheen... Tot zij plots, ter zij van de vlakte, Gwinebant, afgeraakt van zijne gezellen, zag in strijd met vijf, niet minder dan vijf, Noordhumberlander baroenen, die hieuwen hier en hieuwen daar en Gwinebant, knellend zijn ros tusschen de knieën, verdedigde zich hier, verweerde zich daar, onder zijn schild, achter zijn schild, dat wendde vlug daar en hier, terwijl hij tevens stak hier met zijn speer, hieuw daar met zijn zwaard, als of hij tien handen hadde gehad, want Ysabele begreep van zoo verre niet hoe hij het deed!
Toen onstuimig de tien ridders van Tafel-Ronde, na een hevigen rit over vlakten, door bosschen, tusschen moerassen, langs wegen en langs omwegen, aanstormden over heide en weide en den koningsburcht van Endi kregen in het gezicht, zagen zij, werkelijk, als de herders hen hadden doen denken, een schouwspel, dat hen verbaasde.
Want ik heb u zoo lief als ik niet en wist, dat liefde lief konde zijn, als ik nie eene vrouwe heb lief gehad van dat ik als knape vrouwen en jonkvrouwen te lieven begon en zoo gij mij niet en lieve hebt, is mij te leven geen waarde meer, al zoude ik Koning wezen over alle deze koninkrijken der oude Koningen, die in Brittannië heerschen: Assentijn van Endi en Mirakel van Wonderland en Clarioen van Noordhumberland en Artur, mijn Heere van Logres.... Maar als gij mij lief hebt, o Ysabele, dan zoude ik willen, konde ik zoo als hoofsch en trouw ridder doen, deze geheele wereld voor u verwinnen tot Rome toe en Parijs en den geheel en hemel daarbij.
Heftige ontroering doorvoer de tien ridders van Tafel-Ronde en met de baroenen van Endi drongen zij om Merlijn, terwijl de Koning Assentijn beval de mede ontroerde schoothondjes, die begonnen te keffen, zwijgen te doen: tal van pagiën grepen de keffertjes in de armen en spoedden er ijlings meê heen.
Plotseling herkende Gawein de landstreek, die hij door draafde. Hier was hij geweest, jaren her! Tien jaren her en daar, in de richting, die het Zwevende Scaec had verkozen en waarhenen het fladderde, hoog in de lucht, om zich plotseling te laten recht neêr zinken, in een glinsterende spiraal, rees de reusachtige burcht Endi van Koning Assentijn!
Koning Assentijn vierde die maand met groote feesten de tien dappere ridders van Tafel-Ronde en toen hij vroeg aan Gawein wat hij hem geven konde om zijn dank en aller dank van die van Endi hem te betuigen, aarzelde Gawein niet langer en vroeg hij, blozende maar luid-op, trots alle de moeilijke overpeinzingen, die hem hadden bedrongen, om Ysabele.
Maar, o Gwinebant, mijn ridder wensch ik u wel hartelijk... Ysabele, hebt gij mij lief? Harde lief heb ik u, Gwinebant... Ik heb u, Ysabele, ook harde lief... Zoo lief... Zoo lief! zeiden zij beiden en zij kusten malkanderen lang. Ysabele, wilt gij dan mijne zoete wijf wezen? Wat denkt gij, Gwinebant! lachte zacht Ysabele. Ik ben eene princesse van Endi, kleindochter van Koning Assentijn.
Zekerlijk, het Scaec had zich niet meer vertoond en waarheen de queste te richten als het zich niet meer vertoonde...? Gawein toefde dus te Endi, verzoend met zijn schoonvader en vol minne voor Ysabele, die met hem las, in het breede boograam samen gezeten, zijne eigene jeeste: die van vroeger, toen hij het eerste Zwevende Scaec had gezocht of die met hem jaagde, valk op vuist.... En Amadijs nu, weemoedig, reed de eindelooze foreesten door, onvervaard, maar zonder hope en blijdschap des levens, omdat de dingen der liefde zoo treuriglijk waren, omdat de een den ander liefde gaf en niet altijd liefde weêrom ontving.... Zoo liefde Amadijs Gawein en zoo liefde Gawein Ysabele, die toch een ander liefde met liefde als de princes zelve Amadijs had bekend...! En de schaduwen vielen weemoediglijk uit de dicht gebladerde boomen: er was nauwelijks gezeef van zonneschijn en tinteling van zonnerondten rondom den jongen ruiter, op den mossigen grond, over den met onkruid bewoekerden weg....
De Koning Assentijn huilde nu zelve een wanhoopgil uit, toen hij zijne Ysabele zag, te ijlende paard, midden in het gruwzame strijdgewoel... De baroenen zijner wacht volgden radeloos hunne princes... Victorie! riep ginds Lancelot. Want de ridders van Noordhumberland, om hun Koning Clarioen, weken en namen de vlucht, zoo als dien keer voor den burcht van Endi.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek