United States or Haiti ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ja jongen, m'n plicht is hier volbracht Else heeft me niet meer noodig." En ze keek lachend naar 't dochtertje, dat stoeide over de canapé. "U moest maar altijd blijven," vleide Go, "het is zoo prettig." "Of jullie je vrijheid niet liever hebt! Waarom loop-je anders weg van je ouders?"

We doen nu misschien alles wel 'n beetje vreemd, niet comme il faut, maar je krijgt toch overal idee van en leert ingrijpen." "Op de gunstige uitwerking van op-kamers-wonen voor beide geslachten!" stootte Henri met Else aan, en de foscobekers rinkelden.

"Je kunt zoo zien: ze hebben allemaal aan zich-zelf genoeg." "Nu, dat hebben wij toch óók wel; denk maar 's aan die glijpartij." "Ja," peinsde Else, "zou Han hier altijd eten?" "'k Weet niet; misschien alleen in tijden van geldgebrek."

Else had er dadelijk groote beuken blokken voor besteld, en nu stond 't te knetteren en te vlammen, dat 't 'n lust was, alle muffe vochtigheid uit de kamer verdrijvend.

Else en Margo liepen de deur uit, de handen vol brokjes brood, en wierpen ze in 't water, en zagen, hoe ze ze oppikten, terwijl de duiven van den overbuurman jaloersch begonnen te fladderen.

"We zullen nu wel nooit meer zoo samen zijn," peinsde Else... "Je komt natuurlijk wel 's bij ons logeeren, maar dat is toch anders... We hebben 't altijd vreeselijk goed met elkaar kunnen vinden, ; we hebben nóóit gekibbeld, we zijn nooit boos op elkaar geweest." "Nee," en Go dacht aan dien keer, toen Els met Eddy geflirt had, en zij zoo onredelijk was geweest.

Andere jongens kwamen er bij, dandy-achtige heertjes, die allemaal iets hadden, dat Go even aan Eduard denken deed. Ze stonden in 'n groote groep; alleen Henri en Else waren in het kamertje gebleven. "Maar wat zie-jij er vreeselijk slecht uit, Elders," zei Frieda opeens tegen Hans. Ze noemde de jongens altijd bij hun achternamen, ook hierin toonend haar mannelijke vriendschap.

Er kwam 'n jongen aan, rinkelend met z'n stok; 'n paar huizen van haar af bleef hij staan, begon te fluiten; 'n verlicht raam werd opgeschoven, 'n jongensstem riep: "Hallo!" "Laat je de sleutel neer?" "Nee, kom maar boven, de deur staat aan." "Daar woont 'n student," zei Else, nog 's even omkijkend, "'t is dicht bij ons.... dat was zeker hun clubfluitje, ?" "Ja; wat klonk 't leuk!"

"Ik ben er moe van," zei Else, toen ze samen van Ceres terug kwamen, "en verbeeld-je, dat je er negen hebt, en dan dag aan dag." "Terwijl jij uit bent, haal ik toch nog even Joostje beneden," zei Go innig. "Dat is zoo'n schat, en die maakt je ook niet moe.... Riek is nog wat klein.... zal wel naar bed zijn."

Maar nu knarste het slot van de buitendeur, en 'n oogenblik later was Else in de gangopening. "Dag Go, Van Neerwinden, ben-jij hier?" "Ja, en eigenlijk om jou te spreken." "Zoo; en wat is er dan?"