Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


Hier en daar begonnen reeds zwakke lichtjes te blikkeren en aan den einder, wijd over 't verre, wegsomberend en golvend land, rees de maan, groot en rond, met doffen nevelgloed, als een dood lichaam, dat met een zwakken naglans nog naar al die verleden en vergeten dingen eener vroegere grootheid komt kijken.

Dadelijk begon daarrond het spelend gedans van de witte wolkjes der openknarsende shrapnels. Maar de ballon bleef drijven, ongedeerd, traag wendend en keerend in den wind, boven de belgische troepen die daar moesten gelegerd zijn. Wij luisterden aandachtig naar de ruimte met dien gruwelijken dijk van rook en vuur aan de einder.

In dien tijd zijn een viertal onzer vader geworden, en even zoovelen hebben hunne verkeering gewisseld; gisteren was er een broodje te weinig aan het ontbijt, en verleden week is een onzer overleden. Overigens waren de dagen aan elkaar gelijk. En voor ons is het perspectief der wachtende weken wijd, emotieloos en grauw, als de in zonnebrand vertrillende einder van eene zandwoestenij.

Maar in uw dromen, die rood en goud aan de einder staan, moeten gehelmde krijgers, koninginnen in kanten gewaad, bonte stoeten over de aarde gaan. Uit u ontspringen jaar op jaar als van een heilige eik twijgen wier teer uitlopen het land verjongt. O Moedige, die steeds uw verdriet wegzongt!

Naar 't Meulenhout, raadden zij beiden. Ze kwamen weer in 't vlakke veld, eentonig dezelfde landstreek, met de platte eerdelaag en eenzame, verkrompene huisjes en magere boomen in reken of alleen, berijmeld en grijs, tegen den einder het donkerblauw van een bosch.

Zij konden dat niet zoo dadelijk bevatten en keken de vrouw aan, roerloos, met wijd-angstige oogen. Maar eensklaps riep een jongetje: "'t Es woar! 't Brandt ginder!" en allen keerden, als onder een schok, zich om en zagen een rossigen, rookenden gloed, over de verre boomen aan den einder.

Zij groetten beleefd in 't voorbijgaan en 't somber landschap, waaraan hun trage verschijning toch even iets van leven gaf, scheen achter hen weer uit te sterven. Arme meneer Cathoen, dacht ik, die hier als vluchteling, en voor hoelang misschien, is gaan leven! Toen zag ik hem komen, ginds verre, ginds heel, héél verre aan den grijzen einder, in een kromming van den eindeloozen dijk.

Het was er ineens, na eindelooze dagen van grijze eentonigheid; ineens, op een frisschen, prikkelenden morgen: velden en boomen wit-berijpt, de harde grond klinkend onder de voetstappen, de neusgaten der paarden dampend en de zon die nevelig-oranje aan den blauw-wazigen einder oprees met korte, gouden stralen, die alom miljoenen en miljoenen diamanten deden fonkelen.

Dan ligt er als een doffe, doodsche vlakte tusschen nu en toen en aan den schoonen einder, terwijl niets mijn aandacht afleidt, rijst het beeld dat mij geboeid houdt in al zijn zuivere, heldere, levende en trillende duidelijkheid op. 't Was op een vroegen avond, een maandagavond, ik herinner mij nog heel goed den dag.

Maar op eens kregen wij Sint Rombouts toren in 't gezicht. Die stond als een hooge af geknotte mast, schalieblauw boven den einder. Dan zagen wij, laag bij den grond, links van den toren en naar het Oosten toe, eene golvende wolkenbank met striemingen van rood licht, het was de vuurlijn.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek