Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


Alwier oogen smartverklaard Aan den einder hunner dagen Uw bestendig weêrlicht zagen, Vreugdes morgen over schemeraard, Hebben vrij en onbezwaard 't Donker menschenhart gedragen: Al hun lijden is melodisch klagen Dat gij niet voor allen waart.

Maar ginds laag aan den einder tintelde weldra een goudzoom op, het werd een vlek, een plas, een meer, een oceaan van goud; de logge, grauwe wolkenzeilen schenen er, als bang, voor weg te vluchten, de even uitgewischte koetjes fleurden opnieuw als eigenaardige, groote bloemen op en spoedig was 't weer alles licht en leven, wijd over het blijde, groene zomerland, onder den wijden, blijden, blauwen hemel.

De doffe zon hing tegen den einder toen en ging varings wegzinken; de dag eindde voor hem in lange triestigheid omdat de verlangde zaak niet gebeurd was en morgen weer niet zou gebeuren. Hij was kwaad op al dat hij zag en meest op zijn eigene, ongedurige gejaagdheid. De peerden trokken stil de mestkarren naar huis en 't land lag dood en toegedekt met den vallenden nacht.

En toen scheen het eensklaps onbewegelijk te blijven hangen, niet zichtbaar meer voor hen die daar in 't grijs beneden stonden, en alleen zijn gezang parelde nog steeds, heel fijn nu, als in kristallen droppels op de aarde neer, terwijl ginds heel héél verre in 't Noord-Oosten, een transparant-geelachtig schijnsel, over een lange, lage en smalle uitgestrektheid, als de weerschijn van een eindeloos verren brand den doffen einder kleurde.

Wij raken, Goddank, uit de schrale, stoffige wijngaarden, de veel betere weg wordt sterk-stijgend-en-dalend, het land begint te groenen, alsof er iets van teere lente overheen lag en gansch tegen den einder, links, verrijzen weldra hooge bergen: de eerste kammen van de Pyreneeën! Op een kruisweg staat een paal: Carcassonne 45 kilomètres. Goddank! Goddank!

Zij passeerden een uitgestrekte vlakte vol stronken van uitgerooide dennen, waarover een net van pinnekensdraad geslingerd lag. De einder klaarde licht nevelig. Onverpoosd joeg de trein en blies witte stoomwolken langs het raampje. Aan elk station zagen zij mariniers en de vreemde vlag. En hoe dichter zij de stad naderden, hoe benauwder het hen werd. Ik ben blij en niet blij, zei Madame. Och...

De zachte zon rijst hooger aan den einder en glinstert over de wonderschoone tooverwereld van zilveren rijp en fonkelende diamanten.

Rap klom Pallieter met den honing en de bieën naar de schilderkamer van Fransoo, in 't hoogste van den molen. Fransoo's struische vrouw volgde hem lachend. De vriend stond half naakt een panoramalandschap te schilderen, in het halve licht dat door de kleine luchtgaten kwam, en waardoor men van 't midden der schilderplaats reeds den wierookblauwen einder zag.

Daar kruipt hij nu over den grond naast al die anderen... De avond daalt. Een bleeke, rose streep ligt laag en lang over den grijzen einder, als een teere, zachte blos van stillen weemoed. 't Is of de avond zei: ga rusten, ik rust ook; 't is nu geen uur van strijden meer.

En zij moesten dikwijls samen op den zelfden stoomer getuurd hebben, fijn voortglijdend bijna aan den einder, als een uitgeknipt prentje, met zijn zeiltjes en zijn kolommetje rook, zonder dat hunne blikken elkaâr bewust werden, hoewel ze zich toch zeker kruisten, ergens over de zee.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek