United States or Sint Maarten ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zulk een gevoel licht den last der jaren van de schouders en verjongt ons. Elke reis is een avontuur en men moet soms op avontuur de wereld in, zoolang de krachten reiken. En niet om te hervormen, om te gispen en te veroordeelen keek ik, die geen der indische talen spreken kon, gedurende die enkele weken om in de zonnige wereld van zomerland.

Zijn boek zou er voornamer karakter door verkregen hebben. En hier raken wij wat ik de twee enorme tekortkomingen van dit werk noemde. Ik moet U de lezing ten sterkste aanraden. De schrijver ligt op een zomerland, het zonnige leven van hemel, bloemen en dieren over hem, om hem, te peinzen. Gedachten en natuurbeschouwing wisselen elkaar nu telkens af, dringen in elkaar, steunen elkander.

Maar ginds laag aan den einder tintelde weldra een goudzoom op, het werd een vlek, een plas, een meer, een oceaan van goud; de logge, grauwe wolkenzeilen schenen er, als bang, voor weg te vluchten, de even uitgewischte koetjes fleurden opnieuw als eigenaardige, groote bloemen op en spoedig was 't weer alles licht en leven, wijd over het blijde, groene zomerland, onder den wijden, blijden, blauwen hemel.

"Mijn God, zal dan mijn kwelling nimmer einden?" En de lui op kantoor kon i niet zien en hooren, als i om kwart over negenen op kantoor kwam hatti er wel een willen slaan, zoo maar. En van somber werti extatisch. En dichtte weer. "Mijn heilig lief". "Nu is de wereld een groot zomerland". "God gooide de poorten des hemels open, Mijn zoete lief zat op een gouden troon". Dat duurde zoo elf maanden.

Zij moesten 't maar weten, al die vette luilakken van burgers die nu in hun bed lagen; zij moesten ook maar eens om één uur 's nachts opstaan en mee gaan slijten; en meneer de pastoor en zijn meid moesten het ook maar weten, en meneer de notaris en meneer de burgemeester moesten 't ook maar weten; zij waren slijters en de rest kon hun niet schelen... en verder trokken zij door, het geheele dorp uit zijn nachtelijke rust opschuddend, schreeuwend, zingend en klompen-klabbetterend tot zij weer buiten waren, in de eenzaamheid en stilte van het nachtelijk zomerland.

Eene algemeene loomheid scheen zich van de natuur meester gemaakt te hebben, waaraan ook de mensch zich niet kon onttrekken. Wie niet noodzakelijke bezigheden te verrichten had, waagde zich niet van huis vóór het avond werd en de zon als eene vlammende schijf aan den horizon verzonk. In de lange zomeravonden werden verre ritten te paard ondernomen door het welig bloeiende zomerland.