Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


De koning van Frankrijk heeft boden aan mher Gervaas Van Praet en aan de schepenen van Brugge gezonden, om hun te gebieden, zonder uitstel tot het kiezen van eenen nieuwen graaf over te gaan. De stad Gent heeft insgelijks zulk bevel ontvangen." "Wat beteekent dit?" riep Eggard spottend. "Meent de koning van Frankrijk nu dat hij zich met de zaken van Vlaanderen te bemoeien heeft?"

Eenige dagen na hunne verlossing, in den vroegen morgen, zaten Dakerlia en Witta in eene benedenzaal van des kasteleins Steen, waar Hacket hen had geherbergd, terwijl Robrecht integendeel binnen de proostdij zijn verblijf had. Eggard Van IJsendijke, de jonge en dappere vriend van mher Sneloghe, hield de jonkvrouwen gezelschap en koutte vroolijk met hen.

"Ach, hadde de dood mij getroffen dezen nacht!" "De vijanden kunnen komen; wij zouden bezwijken. Ons leven behoort toe aan de verdediging van den burg; het hier langer nutteloos wagen, ware verraad." "Verraad, verraad?" mompelde Robrecht, terwijl hij zijnen gezel lijdzaam volgde. "Ja, Eggard, verraad! Nu begrijp ik alles. Disdir Vos had de wacht bij de Kathelijnepoort. Zoo had Burchard het gewild.

Wel hield hij zich gereed om, bij het eerste sein, naar de wallen te vliegen en zijn leven te wagen; maar zoohaast zijne tegenwoordigheid niet op de muren werd vereischt, ging hij naar de kamer waar Dakerlia den gekwetsten Eggard verzorgde, en bleef daar uren lang over zijne zuster spreken of bad met zijne verloofde voor de ziel van het arme meisje, wanneer de gedachte, dat zij waarlijk dood was, zijn lijdend hart kwam bestormen.

Indien hij gekozen werd, zou daaruit wel eene erge verwikkeling voor onze zaak kunnen ontstaan." "Toch niet, Eggard. Deze keus is geheel onverschillig voor ons. Wat er ook geschiede, Willem Van Loo moet zijne kroon door veldslagen en zegepralen winnen. Ongelukkiglijk heeft Burchard door zijne vloekbare misdaad de eensgezindheid, welke tusschen de poorters en de Kerels bestond, geheel vernietigd.

Mher Sneloghe verzocht zijne ooms met hem naar Dakerlia te gaan, om haar deze goede tijding mede te deelen en desnoods haar te overtuigen dat zij deze poging om haar te redden moest aanvaarden. Zij vonden Dakerlia geknield en biddend tusschen de Kerlinnen die weenden rondom het lijk van Eggard Van IJsendijke.

Van boven den wal kan men ze zien voorbijtrekken. Zij zijn zeer talrijk. Het spel gaat nu eens voor goed beginnen!" Robrecht en Eggard stonden op om Yorg naar buiten te volgen.

Onze vrienden Eggard Van IJsendijke, Yorg Koevoet, uw oude oom, de proost, en nog velen van de dappere gezellen die gesneuveld zijn, kwamen mij omringen en drukten mij de handen. Eene treurnis slechts benevelde onze vreugd; allen riepen wij: "Waar is Robrecht? Waar blijft de edele Robrecht?" Ha, er ging tusschen ons een schallende jubelkreet op. Daar kwaamt gij!

Gij zult naar Lampernisse of naar Houthem vertrekken; ik zal mij in het leger te Yperen begeven." "En die ongelukkige ridder Eggard?" vroeg Dakerlia met medelijden. "Kan hij vervoerd worden, wij zullen hem medenemen naar Yperen. Is dit onmogelijk, dan zal ik hier in Brugge eenen poorter zoeken die zich verbinde hem goed te verplegen.

Hij trad met haar en zijne ooms in de andere kamer, waar het lijk van mher Eggard, gansch gekleed en met een zwaard in de hand, op eene soort van rusttafel lag uitgestrekt.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek