Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juli 2025
De staart is zoo kort, dat men bijna van een staartstompje kan spreken. Het vederkleed eindelijk is zeer dicht en zacht en, evenals bij de Zwemvogels, uit buitenveeren en donzige onderveeren samengesteld. Het inwendig maaksel stemt in hoofdzaken met dat van de overige Zangvogels overeen.
Deze fijne donzige wol zou spoedig met den wind vervliegen, indien niet alle handen dadelijk gereed waren, om, op het gunstige oogenblik, de bolsters in te zamelen. Men bergt het katoen in schuren, waar het van vreemde bestanddeelen wordt gezuiverd en vervolgens in groote balen ingepakt, die naar de havens worden vervoerd en van daar naar Frankrijk of Engeland gezonden om verwerkt te worden.
Dit donzige haarbekleedsel valt, zoodra de Plataanbladeren volkomen ontwikkelt zijn af, of wordt er door een flinke regenbui afgespoeld. De haartjes, die van éénen boom neervallen, beteekenen daarbij niet veel, daar ze zóó licht zijn, dat ze, zelfs bij stil weer, in de lucht wegdrijven zonder iemand eenig letsel te doen.
Het sneeuwde in Venetië. Traag schommelend, teruggezogen door den noordoosten wind, die over de koppen der huizen heensneed, daalde de sneeuw, als donzige veêrvlokken rijzend en dalend op den adem van een spelend kind.
De sneeuw fonkelde als de oogen van jonge meisjes, als de eerste dans gespeeld wordt. De berken staken hun kantwerk van fijne, bruinroode twijgen op naar den hemel; hier en daar zat een donzige franje van schitterende naaldjes. Er lag feestglans over dien dag. De paarden hieven, als dansten ze, de voorpooten op, en de koetsier knalde met de zweep uit pure vergenoegdheid.
Uilenspiegel antwoordde: Die dikke haas daar wil mij doen verzaken aan den goeden wijn, aan het gerstesap en aan de donzige huid van de vrouwen. Wantrouwig bezag hem de meid. Gij hebt korten adem, zeide zij, gij zoudt niet slecht doen te rusten. Rusten, antwoordde Uilenspiegel, rusten? Maar ik zie geenerlei schuilplaats. Uwe deugd, antwoordde de deerne, zal u tot dekmantel dienen.
Nu begint voor hem de reeks der zoete dagen waarvan hij vele jaren later getuigde, dat zij de eenigen in zijn leven geweest waren, waarin hij gansch zichzelf kon zijn. Zijn wezen dat elke dwang, elke verplichting verafschuwde en ondragelijk gevoelde, gedijde, want de band die hem bond was liefde, dat is vrijheid; zachte volle vrijheid die rondom hem veerde, altijd meegaf, een donzige wolk.
Toen sloot Johannes zijn gouden sleuteltje vast in de hand, vlijde zijn hoofd tegen het donzige vel van het goede konijntje en sliep rustig in. Waar is hij dan, Presto? Waar is het kleine baasje dan? Welk een schrik, wakker te worden in de boot, in het riet geheel alleen, de baas spoorloos verdwenen. Het was om angstig van te worden.
Gelukkig kwam z'n hoofd te-recht in Sietske's schoot, zonder 't minste glaswerk. En als ziedend water opkokend, golfde op-nieuw z'n ziel omhoog. Hy voelde geen handen meer die hem droegen, geen tanden die hem beten, hy rustte op donzige wolken. En hy overzag de menigte onder hem, en was verheugd dat-i zoo hoog daarboven stond, maar wilde toch...
Er dwarrelden geen zachte, witte vlokken als donzige watjes door de lucht: wat er viel was een soort grijsachtig stuifmeel, ijs-en-ijs-koud, en voortgezwiept door een wind, die je den adem afsneed. Dat was de welbekende, Amerikaansche "blizzard."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek