Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juli 2025


En in dat groote bleeke veld dwaalden hèr en dèr voetstappen van menschen, die omhoog waren gegaan dwars door het veld, de witheid borend en storend met een gat donker; of er kwamen soms doode, dorre grassprieten naar boven als borstels, als dikke haren rijzend uit de donzige, blanke vlakte.

Toen hielp hij heur in den wagen en deed hij ze naast hem zitten; hij nam heure huik van den schouderen, en heur honderd kussen gevend, sprak hij: Waar gingt ge heen, liefste? Zij antwoordde niet, doch scheen heel vervoerd en begeesterd. En Uilenspiegel, vervoerd als zij, zegde tot haar: Ik heb u zoo geerne naast mij. De wilde roze heeft niet de zachte tint uwer donzige huid.

Lamme aanschouwde toen het meideken en sprak: Gij zijt lief, gij zeit frisch, uw blanke schouderen komen als rozeblaadjes uit op uw kleed; ik wil niet dat die donzige huid, onder dewelke zulk jeugdig bloed vloeit, lijde onder de slagen der zweep; dat die heldere, flikkerende oogen weenen ter oorzake van de smerte der slagen; dat de wakke killigheid des gevangs dat goddelijk lichaam doe beven.

Aan alle zijden ziet ge stapels van reusachtige, blozende, donzige perziken, pyramiden van zoete lemoenen, van geurige meloenen en komkommers; in het midden gespleten pasteken lokken u met hun malsch rood vleesch, zwellende van welriekend sap; in bonte wanorde liggen op den grond donkerblauwe druiven en kolossale melansaanappels en velerlei andere vruchten, een mozaïek van kleuren vormende, waaraan uw oog zich verlustigt.

Ik weet alleen, dat, een morgen, er een vreemde, donzige stilte wazigde over den tuin. En toen ik, de blinden open, in den tuin zag, bespeurde ik, dat de stille sneeuw die nacht heimelijk was neêr gevlokt.

Haar hand vaster drukkend, in een neiging om dichter die donzige nabijheid aan te raken, fluisterde hij in korte woordjes, dat het zoo lief van haar was dat zij gekomen was, en dat hij voortdurend aan haar gedacht had. Onbewegelijk en koel voelde hij haar hand in de zijne, maar over zijn lichaam poperde gestadige ontroering.

De man vertelde, met zijn zachte gedempte stem. Het was te merken dat hij op de komst van den zendeling had gewacht om in allerlei beslommeringen raad te krijgen. De vrouw zei een woordje nu en dan. Zij zat met een kind aan de borst. Waakzaam zag het verstandig-blikkende gezicht over het donzige koppetje van den zuigeling heen.

Maar Klaas nam er eene om haar middel en kuste heur wangen of heur hals, al naarvolgens zijn mond het dichtst bij de donzige huid was, en dan zegde hij: Vraagt, mijne hertjes, vraagt de rest aan uwe minnaars. En schaterlachend gingen de joelende meisjes voort. De kinderen herkenden Klaas aan zijn grove stem en aan zijn zwaren stap. Zij liepen naar hem toe en zeiden: 'n Avond, kooldrager!

Op dezelfde zijde stonden ook de zwierige Ieperlingen, hun voorste gelid bestond uit vijfhonderd zwaarlijvige mannen wiens kleding zo rood als het fijnste koraal was. Van hun fraaie helmen vielen donzige vederbosjes op hun schouders, grote knotsen, met stalen punten bezet, stonden met het dikke einde bij hun voet, terwijl het handvest met hun vuist tegen hun lenden rustte.

Er waren er gekleed als landsknechten, maar in fijn, helderwit lijnwaad, uitgesneden aan de borst, uitgebekt aan mouwen en beenen, aan het wambuis, zoodat men heure donzige huid kon zien; op het hoofd droegen zij fijn lijnwaden kappen, met goud afgelegd, en met schoone wapperende struisvogelpluimen.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek