Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 mei 2025


Op dit oogenblik meende men door de wanden van den val heen een lichte beweging te vernemen, daarna een dof geronk of liever een geducht gegeeuw, dat ik zeer verdacht vond. Hoogst waarschijnlijk was daar een dier, dat sliep en dat we plotseling hadden wakker gemaakt. Kapitein Hod kwam nog wat naderbij en richtte zijn karabijn op iets, dat hij in de halve duisternis zag bewegen.

Op zoo kleinen afstand geworpen, moest ze mij den schedel kloven, wanneer ik ook maar om een haar-breedte onjuist pareerde. Een ondenkbaar oogenblik hoorde ik haar door de lucht suizen. Het was een dof en toch schril gefluit. Met wijd geopend oog had ik den zwaai van den Miridiet gevolgd. Ik bleef vast in den zadel zitten, het geweer met beide handen schuin omhoog.

Als hij den kapitein ontmoette, blonk een dof vuur in zijn oogen en ik vreesde altijd nog dat zijn woeste natuur hem tot het een of ander uiterste zou drijven. Dien dag, 14 Maart, kwamen Koenraad en hij in mijn kamer; ik vroeg hen naar de oorzaak van hunne komst. "Wij wilden u een eenvoudige vraag doen, mijnheer," antwoordde de Amerikaan. "Spreek op, Ned."

De stille dageraad er zongen daar geen vogels was plotseling vervuld met een rumoerig geknapper; een klein, dof rood vlammetje lekte om de basis van den brandstapel, werd blauw toen het den grond raakte, en begon van blad tot blad tegen den stam van een reuzennetel op te klimmen. Een zangerig geluid vermengde zich met het geknapper...

Zij sprak met hare stem van zachten klank, een beetje dof en gedempt, als een overwaasd fluisteren; zij sprak hem nog eens over Christie, over zijn petekind, Dolf, vroeg toen naar hare zuster, Amélie. We maken het goed, dank je; je mag wel eens naar ons vragen, we zien je bijna nooit, antwoordde hij. Ik ga zoo weinig uit, verontschuldigde zij zich.

Tegen vier uur in den morgen echter, lang voor zonsopgang, werden wij plotseling gewekt door herhaalde geweerschoten, door een dof en aanhoudend gerucht gevolgd. De Grieken, even als de Bedouïnen der woestijn, zijn groote liefhebbers van schieten.

Bij de geringste aanleiding stelt hij zich vermetel te weer, laat een dof gebrom hooren, knarst met de tanden en slaat ze ongemeen snel en hevig tegen elkander aan. Even groot als zijn toorn, is ook zijn moed. Hij verdedigt zich tegen ieder dier, dat hem aanvalt en zet den strijd voort, zoolang hij kan.

Want inderdaad, alleen een schim van hem, zij het ook een dikke, treedt in dit stuk op; de oude rot is versuft en loopt op allerlei manieren in de val; zijn geest is vet geworden, zijn guitig oog is dof, een uitgezetten strik merkt hij niet meer op.

Was het waarheid ook dat hij er dan zoo "dof en af" had uitgezien, en zoo "onzeker en waggelend" geloopen had? 't Was waarheid dat de candidaat-notaris op zekeren morgen voor zaken den burgemeester moest spreken, en van juffrouw Kamp ten bescheid kreeg dat burgemeester nog niet bij de hand was; 't was waarheid dat hij te elf uren, nog niet was opgestaan.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek