Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Ja, dat voelde ze, dat maakte haar zalig en dronken, en zij had thans op zijn borst willen rusten en in slaap vallen, gesust door de vrome, aandoenlijke muziek. "O, dagenmelker!" zuchtte ze van ongekenden wellust, en zij bleef staan en luisteren naar de doedelzakken, die vèr weg gonsden in den duistren lentenacht.
Terwijl zij nog bezig waren, hoorden zij op het neerhof geronk van doedelzakken, en 't getril van een schelle hobo. Een ieder sprong juichend op en liep naar buiten. Het waren vier Bohemers, drie pijpend elk op een doedelblaas en de vierde met een hobo. De mannen speelden zonder iets te zeggen, onverschillig voort.
Als de wijn op was, reden de boeren en boerinnen voort, onder 't geschal van tamboerijnen, pijpen en doedelzakken. Niemand deed hun de minste moeilijkheid aan. Integendeel, de soldaten schoten een salvo met hunne bussen.
Op de schepen der Geuzen, onder den helderen hemel, op de schuimende golven, weerklinken pijpen en doedelzakken, klokken de flesschen, rinkelen de klinkaards, flikkeren de bussen der geweren. Nu, sprak Uilenspiegel, slaat op de trom van de zege, slaat de trom van de vreugde! Vive le Geus! Spanje is verslagen,de vampier is getemd. Aan ons de zee, Brielle is genomen!
's Anderen daags kwam Uilenspiegel op eene baan vol volk. Hij volgde de menigte en vernam, dat het dien dag beeweg naar Alsemberg was. Hij zag er arme oude vrouwen, die, voor een gulden en om de zonden van voorname dames te boeten, barrevoets achterweerts gingen. Terzijde van den weg deed meer dan één pelgrim zich te goed aan wafelen en bruinbier, bij geschal van lieren, violen en doedelzakken.
En meteen sloeg hij den leelijken horendrager zoo deerlijk, dat hij hem voor dood op den weg liet. En nog altijd steeg het gehuil der pelgrims en het geluid van pijpen, lieren, violen en doedelzakken omhoog, met den geurigen wierook van gekook en gebraad. Klaas, Soetkin en Nele zaten samen rond den heerd en praatten over den reizenden pelgrim.
De nomaden hebben hun zwarte tenten opgericht en hebben hun kudden laten grazen op de ruïnen, waarvan men de mozaïeken gaat bewonderen in het Museum te Soesa; zij, die van roof leven, bijna zonder behoeften zijn en halve wilden, huizen op de terreinen die de korenschuur van Rome werden genoemd. Toen wij het kolossale amphitheater bereikten, hoorden we de klanken van doedelzakken en tamboerijns.
De dansers hadden tusschen al het gerucht der doedelzakken en der bommel niet gehoord dat een dravend paard voor de deur van het huis had stilgehouden ... maar nu klonk, eensklaps, boven het geluid der speeltuigen en boven de galmen hunner vroolijkheid, een machtige stem en de kwaad voorspellende roep: "Harop! Harop!" die aan elk het voorgevoel gaf van een onverwacht gevaar.
Ieder hield een brandende kaars in de hand, ik kreeg er zelf ook een, en Anastasia eveneens; de doedelzakken klonken, mannen dansten hand aan hand de kerk uit, en daarbuiten waren vrouwen bezig het paaschlam te braden. Wij werden uitgenoodigd om er deel aan te nemen, en ik ging bij het vuur zitten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek