Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
En zonder te bedenken wat hij zeide, vroeg hij: Maar weet Deselim ook, wat zijn zwager uitvoert.... en dat hij de Shoet is? Aha! hij was zich bewust, dat hij zich versproken had en trachtte nu zijn fout beter te maken door kinderlijken eenvoud te veinzen. Natuurlijk weet hij dat, anders had hij het mij niet gezegd, zeide ik. Hoe hebt gij hem dat ontlokt? Door een list.
Heer, wie heeft u dat verraden? vloog hem uit den mond. Nu had ik hem gevangen, ondanks zijn bijzondere sluwheid en zelfbeheersching. Hij kende Deselim en wist, dat deze de zwager van den Shoet was. Hij had zich verraden. Maar ik liet hem niets merken, want zoodra hij wist, dat ik hem had doorzien, kon ik niets meer uit hem halen. Dat heeft hij me zelf gezegd, antwoordde ik.
Ik dacht, dat hij de heler der bende zou zijn en niet zoozeer een daadwerkelijk medelid. Ik haalde de Koptscha te voorschijn, die ik den Ismilaner waard Deselim afgenomen had, en stak dat herkenningsteeken op mijn fez. Halef deed met het zijne evenzo. Men bedenke, dat ik den groenen tulbanddoek niet meer droeg. Deze Koptscha moest mij bij den slager als lid der bende legitimeeren.
Neen, dan zijt gij in de stad der dooden. Weet gij dat zeker? Dat klinkt alsof gij bijzonder goed met den Shoet bekend waart. Wat gij daar zegt kan u geen ernst zijn. Ik waarschuwde u zoo ernstig, omdat ik uit andere voorbeelden weet dat de Shoet niet met zich spelen laat. Mooi, ik ben ook niet van plan met den zwager van Deselim te schertsen.
Neen. Ik kwam, om naar den Shoet te vragen. Het stond aan hem, om mij dat, al dan niet, te zeggen. Had hij geweigerd mij te zeggen, waar ik hem vinden kon, ik zou in vrede weg zijn gegaan. Waarom behandelde hij mij als zijn vijand? Omdat zijn vrienden uw vijanden zijn, en gij den Shoet kwaad wilt doen. Maar dat wil ik niet! Gij spoort hem na en hebt zijn zwager Deselim gedood.
Een fonkelende blik gleed, slechts een ondenkbaar oogenblik, over mij heen. Ik had er woesten haat in gelezen. Hij wist, dat Deselim door mij den hals had gebroken. Zijn blik had dat gezegd. Die kleine beleefde onderdanige man was mijn doodvijand! Dat was zeer onvoorzichtig van hem, zei hij op goedmoedigen toon.
Ik drijf handel in paarden en rundvee, maar niet in knoopen, luidde zijn wederwoord. Dat weet ik wel. In dit soort knoopen wordt trouwens geen handel gedreven. Ik ben gekomen, om u een groet over te brengen. Van wien? vroeg hij koel. Van Deselim, den waard te Ismilan, en van zijn broeder. Op deze woorden kregen zijn oogen een vriendelijker uitdrukking, en werd zijn gezicht minder ernstig.
Maar de moordenaar zal zijn straf niet ontkomen. Langzaam en ellendig zal hij den hongerdood sterven, zonder eenige lafenis tegen den brandenden dorst. Hebt gij ook nog andere groeten te brengen? Ja, van Deselim uit Ismilan. Ook die is dood. Hij heeft zijn nek gebroken, en men heeft zijn Koptscha gestolen. Ook zijn moordenaar zal sterven, zooals die van den Usta. Verder!
Bloed roept om wraak, en aan u zullen de dooden gewroken worden. Ik heb Deselim niet gedood. Hij stal mijn paard, viel er af en brak zijn hals. Ben ik zijn moordenaar? Had hem laten vluchten. Gij hebt hem integendeel opgejaagd en vervolgd! Ik val dus onder de wet der bloedwraak, omdat ik mijn paard niet wilde laten stelen?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek