Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 mei 2025
Deodaat! had ik dit immer van u kunnen gelooven!" Ten hove gekomen, haastte zich Deodaat het antwoord der Friezen aan den Graaf over te brengen: hij verzweeg echter zijn twist met Adeelen, om redenen, die in 't vervolg nader zullen blijken.
"Een mantel met lieren!" herhaalde Aylva: "was niet ridder Deodaat op het steekspel juist zoo gekleed? Het is het wapen van de Scalieri!" "Dat dacht ik ook zoo bij mij zelf, toen de Workummer dat verhaalde," zeide Feiko: "maar ik hield mijn mond.
Dit gaf aanleiding tot een onderhoudend gesprek, aan het einde waarvan Aylva aan Deodaat verhaalde, dat zij met hun gevolg te paard den omtrek hadden rondgereden, en dat die wilde meid, de duinen ziende, hem overgehaald had even af te stappen om te zien of zij de Noordzee ook van de toppen der hoogten bespeuren konden.
Na deze fraaie uitboezeming, welke Adeelen geheel kenschetste, wierp hij zich in een armstoel, den rug naar de vergadering gekeerd. Deodaat ziende dat hem niets anders overbleef, aarzelde niet om zijn woord te verpanden van gevangen te blijven: en na een korte woordenwisseling werd er algemeen goedgevonden, het voorstel van den Abt van Sint-Odulf aan te nemen.
Alleen Reinout en Deodaat bleven een poos achter, om den kokeler 's Graven besluit mede te deelen, en volgden toen, ofschoon op eenigen afstand, den trein. Het was eerst nabij het oude Johanniter-klooster, dat zij dien weder in 't oog kregen en zagen, dat de Friezen, waarschijnlijk om den Graaf eer aan te doen, niet afstapten, maar mede naar Haarlem reden.
"Hij was mijn boezemvriend," zeide hij met een weifelende stem: "maar het heeft zoo moeten zijn. Zie deze vlekken," vervolgde hij, zijn mouw toonende: "het is het bloed van Deodaat, mijn wapenbroeder." "Ik hoop dat het in open kamp was," zeide Arkel: "intusschen, ik beklaag u beiden; zulk een overwinning moet even zwaar vallen als de nederlaag."
Van het venster had men het uitzicht over een gedeelte van den stadswal: en Deodaat trad met ijzing terug, toen hij van verre het lijk van onzen armen Haarlemmer aan een pereboom zag hangen. Vol verontwaardiging begaf hij zich weder naar de tafel. "Wie is de bedrijver van een zoo schendig stuk?" vroeg hij met fonkelende oogen: "zijn hier de wetten omgekeerd, dat men 's Graven dienaren ophangt?"
De aanleiding zijner tegenwoordige komst op Aylva-stins was, om haar mede te deelen, dat het, na vele nasporingen, aan de arbeiders eindelijk gelukt was, het lijk van Deodaat terug te vinden, en dat wel aan den voet des torens, waaruit het hem, vader Syard, thans vermoedelijk voorkwam, dat de jongeling zich had nedergestort: dat men hem herkend had aan de koopmanspij, welke hij aanhad bij zijn komst te Stavoren; doch dat het gelaat onkenbaar was geworden door het vuur: dat wijders op het erf zelf van het klooster op last van den Abt een diepe kuil gegraven was, waar al de binnen den grond van Sint-Odulf gesneuvelden een rustplaats zouden hebben, en dus, hetgeen Madzy zeker tot vertroosting zijn zou, in gewijden grond.
Het ware moeilijk, een juiste beschrijving te geven van de gewaarwordingen, welke Deodaat bezielden gedurende de eerste uren, die hij doorbracht in de eenzame cel, waarin men hem had opgesloten.
De manschappen waren nu allen aan wal gekomen, en verzamelden zich aan de binnenzijde des dijks om Boudewijn en zijn makker, die hun mededeelde, wat hem omtrent Ridder Deodaat bekend was. Spoedig werd nu het besluit opgemaakt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek