Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juli 2025
"Wat ik doen wil, of doen zal, is mijne zaak," zeide Sander: "ik heb gehoord, wat gij te zeggen hadt, en wensch u goeden nacht: ik kan mij thans niet langer met u ophouden: vaarwel." Dit zeggende stond hij op. "Maar wat deksel!
"Aan wien behoort die fraaie boeier," vroeg zij, "die daar achter ons komt aanzetten?" "Te deksel ja!" zeide Lodewijk: "aan wien behoort die boeier, Klaas?" "Dat is de nieuwe boeier van Jan Pergens," antwoordde de knecht: "die ons vooruit wil: hij heit er al 'ang op 'eloerd." "Ons vooruit!" riep Lodewijk: "neen voor den d.....! dat zullen wij hem anders leeren.
Tot deze laatste kategorie behooren de sarkophagen van Volterra, die op de voorzijde beeldwerken van hoogrelief vertoonen, en op het deksel, de afbeelding van den overledene in slapende houding.
Hoor, het geboem-bam der torenklok dreunt nog voort. En zie, de lijkkist van de zwarte sprei ontdaan, staat reeds boven de groeve. Met bevende hand heeft een der meisjes een frisschen lauwerkrans op het deksel der kist gelegd, terwijl een jonge vrouw van de andere zijde genaderd, er eene van immortellen daarnevens plaatst.
Vreeselijk om te zien waren de doodgravers die om ons huis drentelden, het brengen van de kist met glazen deksel, en grootmoeder, zooals zij, hoog op de tafel, in de kist lag, met strak gelaat, scherpen neus, witte muts, een witten doek om den hals.
Er werden meer kastjes opengedaan, ook het klavier; daarin waren van binnen op het deksel landschappen geschilderd; maar het was schor, toen de oude man er op speelde; toen knikte hij tegen het portret, dat hij bij den uitdrager gekocht had, en de oogen van den ouden man fonkelden daarbij helder. «Ik wil ten strijde trekken!
Vandaar bij enkele Christenen soms een zoo schromelijke verwaarloozing van de reinheid en zindelijkheid; verwaarloozing in kleeding en deksel; en als gevolg hiervan verwaarloozing in de huishouding; slordigheid in alle gedraging; ongeregeldheid ook, tot schuldmakens toe, in zijn geldelijke zaken.
En een Christen gaat een weg van zonde op, zoo hij het beneden zich durft achten, om ook aan spijs en drank, aan kleeding en deksel, aan zijn huis en hof, en ook aan zijn geldelijke aangelegenheden, een stuk tijds, een deel van zijn kracht en een zekere mate van zijn inspanning te wijden. Overgeestelijkheid is ongeestelijkheid.
De kastanjes en het appelmoes worden vermengd en gelegd op een taartendeeg, bereid volgens R. 519, 520 of 521, waarmede men een te voren met boter bestreken en met beschuitkruimels bestrooiden vorm heeft belegd. Men legt er vervolgens een deksel van hetzelfde deeg op, besmeert het met boter en bestrooit het met wat suiker en bakt de taart in een gestookten oven.
Maar toen vroeg het keukenmeisje, of hij een slang in de trommel had. "Neen, er zijn alleen wat planten in," antwoordde de leerling. "Maar er was iets, dat zich bewoog," hield de kookster vol. De leerling deed toen den deksel open om haar te laten zien, dat zij zich vergiste: "Zie nu maar zelf of...."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek