Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
"Daar hebben we onzen candidaat!" riepen papa en mama tegelijk. De candidaat boog zich voor mijnheer en mevrouw Van Hoel. Mijnheer en mevrouw Van Hoel waren menschen van omstreeks vijftig jaren, waarvan ze er vijfentwintig in den huwelijken staat hadden doorgebracht. Zij behoorden tot den deftigen koopmansstand en ZEd. was wat men een man van gewicht noemt.
~Beangst~ is sterker. ~Beducht~ wijst er op, dat men over den afloop of den uitslag bevreesd is; het behoort hoofdzakelijk tot den deftigen stijl. Gij behoeft voor zijn lot niet ~beducht~ te zijn. ~Bezorgd~ is men, als men zorg, onrust over iets heeft. Ik ben ~bezorgd~ over het behoud van zijn leven. ~Bekommerd~ is veel sterker; het wijst op groote en drukkende onrust of verdriet.
Zij werd in dien arbeid gestoord door een zware ziekte, die haar dwong naar huis terug te keeren. Zoodra zij hersteld was, wijdde zij zich aan de opvoeding van havelooze kinderen, en verbond zich aan een tehuis voor verarmde bejaarde dames uit den deftigen stand, waarvan zij het bestuur op zich nam. Dit tehuis was vervallen en verwaarloosd.
"Nu! nu!" zeide Bouke: "late haver komt ook op: hoe later op den dag, hoe schooner volk: 't einde zal den last dragen." "O! het is onze Notaris!" zeide de Gravin, die den Practicus de zaal met een deftigen stap zag binnentreden. "Jawel morgen de Notaris," zeide Bouke meesmuilende: "doch ik zwijg; maar zij zullen staan te kijken, geloof ik!" Dit zeggende, verliet hij opnieuw het vertrek.
Men houde evenwel in het oog, dat het laatste woord, nooddruftig, uitsluitend tot den deftigen stijl beperkt is. Wie rijk is aan goederen, is soms aan geluk. Al zijn deze menschen ook , toch zien zij er niet uit. In den winter lijden de veel gebrek. Dan echter gaat de engel der weldadigheid in stilte rond, om de te helpen. Soms treft men in een hut meer geluk aan, dan in een trotsch paleis.
Dus kortom, Haley," vervolgde hij, eensklaps van zijnen koel deftigen toon tot zijne gewone rondborstige vriendelijkheid overgaande, "het beste wat gij doen kunt, is in een goed humeur te blijven, en hier te ontbijten; dan zullen wij daarna zien wat er te doen is."
En als Vader dat zoo voornaam zei, met dat deftige woord sieraad en dien deftigen genitief, beaamde onze jongenservaring dat al van ganscher harte. Arm meisje! Ze speelde niet met andere kinderen. Naar school kon ze natuurlijk niet. Alleen in den tuin had ze ontspanning. En daar liep ze dan in haar eentje rond, maar zoo'n beetje kijkend. Angstvallig scheen ze de lage schutting te mijden.
Ik heb er deze ervaring opgedaan, dat werkelijk kwaad en diepe bedorvenheid, mits door den deftigen liefdemantel van het decorum bedekt, niet slechts met verschoonlijkheid bejegend, maar zelfs met welgevallen worden geaccueilleerd, terwijl ruwe vormen bij goede intentiën niets dan ergernis verwekken; dat het noemen van de dingen bij hun naam, het aanwijzen van een fielt of eene friponne, tot de onvergeeflijkste zonden behoort in het gezellige leven; en dat zijn, naar het mij voorkomt, ziekelijke verschijnsels, die het peil der moraliteit altijd dieper zullen doen zinken."
Zeer getroffen door deze beleefdheid, noodigde hij den jager bij zich te eten, en beiden smulden aan het wildbraad en aan de heerlijke gebakjes, door de vrouwen van den heer des huizes klaar gemaakt. De gast was ten hoogste voldaan, en vertelde aan ieder die het hooren wilde, dat de mollah Nasr-ed-din er niet voor niet zoo welgedaan uitzag en zoo'n deftigen buik had.
"Zoo! en hoelang is het wel geleden, dat zij den knaap gezien heeft?" "Dat zal nu ongeveer twee jaren zijn" antwoordde Mom: "hij is, meen ik, in 19 van hier vertrokken." "Zoo! dan vat ik de kneep! en ik geloof inderdaad, dat een vergelijking tusschen een frisschen speelmakker en een deftigen heer als de Ambtman Mom, nooit gunstig uit kan vallen voor den laatste.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek