United States or Pakistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ze lieten hun slede en hun uitrusting in den steek op de plek, waar ze hun eerste kamp hadden opgeslagen, en deden een laatsten geforceerden marsch, die hen in de winterkwartieren bracht in uitgeputten toestand. Ze hadden hun werk gedaan, dat was echter de hoofdzaak, en binnen enkele minuten vergaten ze hun leed onder het genot van een overvloedigen maaltijd.

Gedurende het beleg van Constantinopel in het jaar 626 verbrandden de Serviërs hun dooden. De Russen deden hetzelfde gedurende de veldslagen bij Silistria, 971. In later tijd werden in alle deelen van Rusland begrafenisdiensten gehouden, waarna de overblijfselen der dooden werden begraven.

En wij luisterden verwonderd, zwijgend, bang en toch met stil genot. "Wat voor menschen waren dat toch!" dachten wij. "Nooit zullen we zulke menschen zien!" "Dachten die menschen nooit over wat zij deden?" vroegen wij. "Ja zeker dachten ze, kinderen," antwoordden de ouden. "Maar niet, zooals wij denken," beweerden wij. Maar dan begrepen de ouden niet wat wij meenden.

Eindelijk, uitgeteerd van verdriet en van smert, sprak zij op een avond: Klaas, mijn man! Thijl, mijn zoon! Dank, de Heere neemt mij tot zich! En zij blies den laatsten ademtocht uit. Katelijne dorst bij heur niet waken, daarom deden Uilenspiegel en Nele het getweeën, en heel den nacht baden zij voor de arme ziele. Bij de ochtendschemering vloog een zwaluw het open venster binnen.

En den heelen nacht eilde zij door, in een half-wakenden, half-slapenden toestand, in verschrikkingen, die het bed deden kantelen en de kamer instorten over haar hoofd, in droomen van zware blokken, die over haar lijf vielen, en van een God den Vader, een grijsaard met een langen baard en een kroon op het hoofd, die zachtjes tot haar afdaalde, maar dan onvoelbaar werd als een geest en in rook verwolkte om haar heen.

Intusschen was sedert een uur het weder aanmerkelijk gewijzigd geworden. Er deden zich voorteekenen voor, waaromtrent zich niet te vergissen viel. Een onweder was op til. De electrische oververzadiging van den dampkring was tot zulk eene hoogte gestegen, dat Robur tegen twee uur getuige was van een natuurverschijnsel zooals hij vroeger nimmer waargenomen had.

Dat deden ze nu vaak. Hij ging nooit alleen uit, ging niet van huis, werd knorrig als er gasten kwamen of als iets anders hem van zijn vrouw scheidde. Hij was plotseling oud geworden. Hij kon er niet toe komen een brief te schrijven; zijn vrouw moest het doen; hij besliste nooit meer iets alleen, maar vroeg haar opinie overal over en liet alles gebeuren zooals zij wenschte.

En men had hem afgescheept met 'n paar onverschillige woorden, die hem deden voelen dat er in die omgeving geen plaats was voor z'n roman, al stelde hyzelf die zoo byzonder hoog niet.

Doch toen ging hij voor een half jaar weg en toen hij terugkwam, was zij een gezond, mooi kind geworden met dezelfde notenbruine huid, die zij nu had en een paar oogen, die iedereen deden stilstaan.

Nu brulde hij: "De deuren toe! Alle deuren in het huis gesloten! Geen sterveling mag in of uit, want hier is een mensch vermoord." Deze woorden verwekten een algemeenen schrik en deden het gevecht staken.