Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 oktober 2025
Nou had ze 't dan eens getroffen, nou had ze een behoorlijk dienstmeisje, een met 'n muts nog wel! en de armetierigheid van den dienst, waar zij hoorde, lag haar nog op 't gezicht... zooveel moeite deedt je om je fatsoen op te houden, en zoo'n kind had zich maar aan de deur te vertoonen en iedereen wist, dat daar schrale Aaltje de pot schafte.... 't Leek heel wat, een volle meid houden, maar als ze je niet op straat brachten met 'r verhalen, dan deden ze 't met 'r schooierige kleeren of 'r achterbuurtgezicht, of met 'r stumperige ziekelijkheid als deze....
Die was eigenlijk voor volwassenen bedoeld, maar de twee kinderen uit Smaland zaten onder de toehoorders. Zij zelf rekenden zich niet onder de kinderen, en dat deden de andere eigenlijk ook niet. De spreker had verteld van die vreeslijke ziekte, die ieder jaar zooveel menschen in Zweden deed sterven, de tuberculose.
En zij deden wel.... Neem om de liefde Gods een fosfoorstekje: uwe sigaar is dood! Pastoor Doening stak zelf vuur aan om haar weer in 't leven te roepen. En, vervolgde hij, daar ik een huwelijk van dat slag voor een nest van kommer en ellende hield, heb ik zeker, mits al de voorzorgen eener beleefde kieschheid, juffrouw Francine's oogen geopend op de ijdelheid van hare eigen gevoelens jegens u.
Op de Beurs, tusschen de kooplieden, die snel op en neer liepen, en met het geld in hunne zakken rammelden, en in groepjes stonden te praten, en op hunne horloges keken, en in gedachten speelden met hunne groote gouden zegels, en al die dingen deden die Scrooge zoo dikwerf gezien had. De Geest hield stil bij een klein troepje mannen van zaken.
De edellieden deden eer aan deze spijzen, zoowel als aan de voortreffelijke wijnen, die hun onder het opzicht van Bouke, die als bottelier optrad, werden toegediend.
Maar mijn min of meer besluiteloos karakter gedoogde niet, dat ik den opvliegendste van alle professoren iets onder het oog zou brengen. Ik maakte mij dus gereed om voorzichtig naar mijn bovenkamertje te wijken, toen de huisdeur op hare hengsels knarste, zware voetstappen de houten trap deden kraken, en de heer des huizes, de eetzaal doorgaande, terstond zijn studeervertrek binnenstormde.
M. Popilius Laenas, consul in 173, had een onrechtvaardigen oorlog begonnen tegen den ligurischen stam der Statielli, die geen aanleiding hadden gegeven. Hij had verscheidene duizenden gedood of als slaven verkocht. De volkstribunen M. Marcius Sermo en Q. Marcius Scylla deden met goedvinden van den senaat een wetsvoorstel om Laenas in staat van beschuldiging te stellen.
Daar vóór hem brandde het lantaarntje. Rondfladderende vogels deden het bijwijlen schuil gaan. Maar de oogen van den Melaatsche wendden zich niet van hem af, en hij zag hem staan, hoog opgericht bij den achtersteven, roerloos als een zuil. En dit alles duurde zeer, zeer lang. Toen ze in de hut gekomen waren, sloot Juliaan de deur, en hij zag den Melaatsche op het bankje zitten.
Deze man had wel de dertig jaar bereikt; zijne weinig verhevene gestalte en de magerheid zijner leden deden hem echter jonger schijnen dan hij was.
De uitputting zijner geldmiddelen en de mindere gewilligheid der Hollandsche edelen en steden, om zijner veroveringszucht langer ten dienste te staan, deden hem zelfs naar vrede verlangen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek