United States or Hungary ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het verdere gedeelte van den gletscher bood nog wel hellingen aan, maar we troffen er niet, als lager, van die verbrokkelde gedeelten, die onzen gang zoozeer hadden vertraagd. Als volgend uittreksel uit mijn dagboek kies ik dat, wat op Kerstmis betrekking heeft, den dag, waarnaar wij allen zoo hadden verlangd, om eindelijk eens naar onzen zin genoeg te kunnen eten.

En daardoor heb ik soms heel veel te schrijven, in mijn dagboek, ging zij voort. Mag ik er eens wat uit lezen? Jawel ... na mijn dood. Hij deed of hij rilde, met zijn breede schouders. Brr ... wat wordt je somber! Dood? Waarom is dat somber? vroeg zij, bijna vroolijk. Maar hij stond op. Je maakt me bang, schertste hij. Ik stap op, hoor; ik heb nog veel te werken. Dus tot morgen?

De Japansche waaier, waarop een liefdedicht is geschreven en waarbij een liefdeshistorie op den achtergrond staat, is de waaier, die altijd het dierbaarst zal zijn voor hen, die nog steeds in hun hart een plaatsje vrij hebben voor het romantische. De volgende legende is ontleend aan het Dagboek van een Winde. De Liefde van Asagao.

Ik laat me door niemand passeeren." Ennui! Tristesse! Bijna op elke bladzijde van zijn dagboek, dat loopt tot den 14en Maart 1818, komen deze uitdrukkingen voor. Zijn stuursheid, zijn wrevelig humeur en zijn jaloezie op de anderen begonnen Napoleon, die van hem hield en hem vaak zijn Gorko, "zijn zoon" noemde, nu en dan geducht te vervelen.

De balen werden aan zijn huis bezorgd; ik wenschte mij zelf geluk, dat ik met dien geschikten fatsoenlijken jonkman in aanraking was gekomen, en schreef in mijn dagboek eene schitterende lofrede over zijne bekwaamheid, hulpvaardigheid en belangeloosheid.

Toch vond hij dat hij nog niet genoeg gezegd had; hij wilde nu als het ware biechten om met zijnen aflaatbrief heen te gaan en het verledene voor altijd te vergeten. Dat verleden was harer niet waardig, maar zijne toekomst zou dit zijn. Hij zou en hij wilde! Nu kon hij begrijpen dat men behoefte kon gevoelen aan een dagboek.

Want om de hoogere krijgsschool te bezoeken heb ik tijd, noch gelegenheid. Ik ben er mij zeer wèl van bewust, dat mijn dagboek niet anders geweest is, dan eene losse aaneenschakeling van notities; het geeft dan ook evenmin de »psyche« van den Nederlandschen soldaat, als het foto'tje op uw buitenlandschen pas die geeft van uw persoon.

Want ik wist eerst werkelijk niet of ik moest mede-tieren of niet... nu ik mijn houding bepaald heb, gevoel ik mij waarlijk pleizierig. Of iemand zich voor mijn dagboek interesseeren zal? Ik weet het niet. De menschen lezen altijd weer over datzelfde simpele thema: de liefde. Waarom zouden ze niet over »den dienst« willen lezen?

Er leefde onopgemerkt en eenzaam, jaar aan jaar, In ver verwijderd oord een vrome kluizenaar, In de enge cel; hij rustte op 't bed van mos; genoot Wat fruit zijn disch voorzag; de bron hem laafnis bood; Hij sleet, der wereld vreemd, zijn leven door met God, Zijn dagboek was 't gebed, de lofzang zijn genot. Parnell.

Laat zien: Jean Paul, Claudius, Hildebrands Camera Obscura.... en.... wat ligt dáár? Dat boek, langwerpig, in groen leeren band? Ha! 't is een dagboek. 't Is onbescheiden zegt gij, om zonder verlof, schrift te doorsnuffelen, en vooral den blik in een dagboek te slaan; immers de geheimen van 't hart zijn er in opgeteekend.