United States or Equatorial Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


'k wou ook niet alléén meêgaan; mijn neef Hendrik, die de zoon is van Jochem Voss, wou met mij gaan, en wij dachten, als gij ons een schrijven, zooveel als een brief van vrijgeleide, meê zoudt willen geven, dan kon ons niets kwaads overkomen." "Een brief van vrijgeleide?" vroeg de oude heer, en schudde nog erger met het hoofd.

Als ze er thuis op de hoeve aan dachten, dat ze den heelen zomer alleen in het bosch moesten wezen, konden ze bijna niet begrijpen, hoe ze dat uit moesten houden, maar zoodra ze op de zomerweide waren, voelden ze, dat ze hier toch haar besten tijd hadden.

De vrijheid verkrijgen?... De vrijheid!... Waartoe?... En wat zouden zij er meê aanvangen?... Texar zorgde voor hun bestaan en Squambo mishandelde hen niet, hoewel deze er toch wel de man voor was om ieder hoofd, dat zich tegenover hem zou willen verheffen, met woest gebaar te verbrijzelen. De vrijheid!... Zij dachten er zelfs niet aan.

De golven liepen hoog tegen den wal op, zooveel drukte maakten we. En in het vuur van ons spel verwijderden we ons veel verder van onze kleeren, dan voorzichtig genoemd mocht worden. Trouwens, we dachten aan geen gevaar en allerminst aan de Visbeentjes, met wie wij toch steeds op een vijandigen voet stonden.

De gebouwen om den tempel heen waren veel kleiner, doch hadden denzelfden vorm. Wij dachten, dat het de woningen der monniken waren. We lieten de automobiel buiten staan en liepen de heilige plaats rond. Er was niemand de huisjes bleken verlaten te zijn we hoorden geen stem, niet het minste geluid. We zouden weer "aan boord" gaan, toen een oude man met kleine pasjes uit een deur kwam.

Wronsky en Anna reisden sedert drie maanden te zamen in het buitenland; zij hadden Venetië, Rome en Napels bezocht en waren nu in een kleine Italiaansche stad aangekomen, waar zij eenigen tijd dachten te vertoeven.

Daar, dachten de beide slimmerds, zal miss Campbell, na zich vruchteloos de oogen vermoeid te hebben met het waarnemen van zonsondergangen, hare gril opgeven en eindigen met haar sierlijk gehandschoend handje in de meer plompe hand van haren aanstaande te leggen.

Toen de Infantes den Cid zoo hoorden spreken, dachten zij, dat hij niet verder tegen hen zou optreden, wanneer hij zijne zwaarden maar terug had, en dus overhandigden zij deze in allen vorm aan den Koning.

Bligh bleef aan dit laatste besluit vasthouden, hoe gevaarlijk ook en waarschuwde allen opdat men het algemeen eens was betreffende deze fabel. Bij het hooren van dit verhaal, gaven de inboorlingen geen bewijzen van vreugde, noch teekenen van verdriet. Alleen was er groote verwondering op hun gelaat te lezen en wat zij overigens dachten, was onmogelijk te raden.

Zij wilden Gods huis niet ontsieren. Die armen! Zij dachten zeker aan den tijd, dat men voor hen knielde en gebeden tot hen opzond. En ik zat te denken aan die boot, met heiligen belast, die op een stillen zomeravond heengleed over den blanken spiegel van 't Löfvenmeer.