United States or Mali ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen zij van den hotelier vernamen, dat wij er waren en tot Maandagmorgen dachten te blijven, lieten zij de boodschap voor ons achter, dat wij hen gezamenlijk den geheelen morgen in het clubgebouw konden vinden en dat zij zouden zorg dragen, dat daar iemand aanwezig was die als tolk kon dienen.

Geheel opgaande in onze extase, dachten wij weinig of niet aan de meening van ons publiek; ja, wij stelden er zelfs eene eer in, om haar te trotseeren, waar zij afweek van de onze; en deze hoog te houden tegenover de menigte, ons niets storend aan hare afkeuring, waar wij voor ons heilig overtuigd waren van het goede van ons willen, streven of daad.

Maar die algemeene mobilisatie was toch maar om de grenzen te bewaken, om, als in 't jaar 70, de overloopende vijandelijke soldaten te ontwapenen en onze onzijdigheid te doen eerbiedigen zoo dachten we toen nog... Het was wel hard in den vroegen morgen, van zaterdag, al die reeds bejaarde mannen in hunne vaak-niet-meer- passende militaire uniformen afscheid te zien nemen van vrouw en kinders, maar gevaar zouden zij toch niet lijden.

Zij viel haast over vaten, werd half begraven onder neerdalende balen goed, en zonder plichtpleging op zijde geduwd door haastige mannen, die haar aanzagen, alsof zij dachten: "Wat heeft die hier te maken!"

Toen wij u niet zagen verschijnen, is Bob langs den spoordijk afgezakt, terwijl ik het paard vasthield en hij heeft u naar boven gedragen. Wij dachten dat gij dood waart. Wat waren wij bang! Wat waren wij bedroefd! Maar nu zijt ge gered. En de politieagent? Hij reist verder met den trein, die niet stilstond. Nu wist ik het voornaamste.

Beiden tegelyk vroegen zy met welken trein we dachten aantekomen te Amsterdam? Wy begrepen niet wat dit beteekenen moest, maar later werd het ons duidelyk, want toen we maandagmorgen daar aankwamen, waren er aan de station twee bedienden, één met een rood vest, en één met een geel vest, die tegelyk ons zeiden met den telegraaf last te hebben bekomen, ons aftehalen met rytuig.

Op het blaadje stonden kleine kopjes met bleeke, zoete koffie. Terwijl we die dronken, praatte Habeeba, en onze vriendinnen vertaalden. Hoe lang dachten we in Mostar te blijven? Hoe vonden we het? Waar gingen we daarna heen? Hadden we lang gereisd? Ja? O! Hadden we dan misschien Konstantinopel gezien?

En werkelijk daar in de verte stonden vijf menschen! Eskimo's! Nu hadden wij al steeds wijd en breed over de Eskimo's gepraat, maar we hadden het op allerlei gronden voor heel onwaarschijnlijk gehouden, dat we met hen zouden samentreffen. We hadden al eind October, en dachten dus, dat we er dit jaar niet op behoefden te rekenen en zoo waren ze ons geheel door het hoofd gegaan.

De Jonkvrouw Rowena moet twee jaren lang rouwen, als over een verloofden echtgenoot; al onze Saksische voorouders zouden ons verloochenen, zoo wij aan eene nieuwe verbintenis dachten, eer het graf van den man, dien zij huwen moest, en die hare hand door zijne geboorte en afkomst waardig was, nog gesloten is.

Ze mochten nu ook al niet doen, als de vereerders van den »Liguriër«, en hem op alle mogelijke wijzen vleien en verheerlijken, ze mochten hem zelfs zoo nu en dan in het geheim doen gevoelen, dat ze hem haatten en minachtten, in het openbaar hielden ze zich, alsof zij volkomen eenstemmig over Columbus dachten, als alle anderen. Of Columbus zich door hen liet verschalken, het is niet te denken.