Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
"Wat! wát meen je?" zegt de oudere broeder, en Philip ziet hem bleek worden; "Haar roepen! hoe zou ik haar roepen! Zij is...." "In het hotel misschien?" "Ja, ik denk het. Tenminste...."
Ik zou willen eten.... seffens en iets anders dan brood!" "Ik denk er reeds aan," antwoordde de weduwe. "Gij zijt zeker met het krieken van den dag op weg gegaan, en het is nog zoo verre van den middag, niet waar? Een beetje geduld, ik zal de pan op het vuur zetten. Doorgeregen spek en eieren, is dit goed?" "Goed?" riep de sergeant-majoor, "wel, gij braaf mensch!
Het eiland Crescent is maar dertig mijlen verder, ergens recht vooruit. Er zijn geen lichten op, en als we vóór den wind blijven loopen, vliegen we er tegen aan, en dan zijn wij weg en het schip ook." "Wat denk je bijliggen?" "Ja, ga bijliggen tot het licht wordt. We verliezen er maar vier uur mee."
"En wil je nu weten, Ned, wat ik over je plan denk?" "Graag, mijnheer Aronnax." "Waarom niet?" "Omdat de kapitein zich niet ontveinzen kan, dat wij niet alle hoop hebben opgegeven om onze vrijheid te herkrijgen, en dat hij wel op zijn hoede zal zijn, vooral als wij in het gezicht der Europeesche kust varen." "Ik denk zooals mijnheer," zei Koenraad.
"Hè ja, nu moest ik ook nog een wagen hebben," zei Jantje begeerig. "Wat zou ik rijden." Vol teederheid liet hij zijn beide handen langs het lichaam van zijn bok glijden, en hij streelde het korte staartje. De bok scheen het in 't geheel niet onpleizierig te vinden, en deed niet anders dan eten. "Zou ik er zoo ook op kunnen rijden?" vroeg Jantje. "Wel ja, ik denk het wel," zei Dik.
Of geloof je, dat ik nu niet zie, dat je liefde voor mij grooter is dan al het andere? Ik weet wel, dat ik even verdriet had, dat ik mij even gekwetst voelde, omdat je mij als 't ware voor Helle op zij schoof maar daarna heb ik leeren begrijpen, dat jij niet anders handelen kondt. En denk ook niet, dat jij het gedaan zoudt hebben, want dan zou je niet zijn, die je bent.
Met de jaren werd zij eer slechter dan beter; maar mooi was zij, en dat was haar ongeluk, anders was zij wel duchtiger beknord; geworden, dan nu het geval was. «Ik denk, dat ik nog eens verdriet van je zal hebben,» zei haar eigen moeder. «Als kind heb je mij dikwijls op mijn japon getrapt, ik vrees, dat je mij later op het hart zult trappen.» En dat deed zij ook.
"Je kunt zoo zien: ze hebben allemaal aan zich-zelf genoeg." "Nu, dat hebben wij toch óók wel; denk maar 's aan die glijpartij." "Ja," peinsde Else, "zou Han hier altijd eten?" "'k Weet niet; misschien alleen in tijden van geldgebrek."
Eergisteren nog zag ik er twaalf; in den vorigen zomer heb ik er echter wel 25 bijeengezien, en ik denk, dat men veilig aannemen kan, dat er in 't geheel omstreeks 30 zijn. In den tegenwoordigen tijd van het jaar ziet men ze niet zoo dikwijls, omdat er op de hoogere gedeelten van de rots voedsel en water in overvloed te vinden zijn.
Denk niet, dat 'k je bekeeren wil tot 'n asceet, want ik vind asceten ónnatuurlijke, tégennatuurlijke wezens, niet waard in de warme pracht van de schepping te leven. Neen! maar ik vraag je: is het mannelijk, is het goed, om te trachten zoo alle vrouwen aan je te binden, die je toch in je binnenste niet acht, zelfs uitlacht, misschien?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek