Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Maar, schoon Athelstane moedig en sterk was, had hij echter een te traag en te weinig eerzuchtig karakter, om de proef te doen, welke Cedric van hem verwachtte. "Het geluk is tegen Engeland, Milord," zeide Cedric met nadruk; "wilt gij ook niet een lans breken?" "Ik zal mij morgen in de mêlée mengen!" antwoordde Athelstane. "Het is niet de moeite waard, mij heden te wapenen."
"Wie u Sakser noemt, ridder," hernam Cedric, beleedigd door een spreekwijze, waarmede de Normandiërs dikwijls hun gewone verachting jegens de Engelschen uitdrukten, "zal u een even groote als onverdiende eer aandoen." Front-de-Boeuf wilde antwoorden; maar de moedwilligheid en lichtzinnigheid van Prins Jan kwamen hem voor.
"Ik wil er u echter borg voor staan, dat gij niet van ouderdom zult sterven," zei de Tempelier, die nu zijn vriend uit het woud herkende; "als gij voortgaat, zulke aanwijzingen aan reizigers te geven, als gij dezen avond aan den Prior en mij gegeven hebt." "Hoe, schurk!" stoof Cedric op; "reizigers den verkeerden weg wijzen?
Langs de muren van de kamer hingen jacht- en krijgsgereedschappen en aan iederen hoek waren vleugeldeuren, welke toegang tot andere deelen van het uitgestrekte gebouw verleenden. Het overige van het huis getuigde van de ruwe eenvoudigheid van den Saksentijd, die Cedric ijverig trachtte staande te houden.
Het was echter niets ongewoons bij een priester van die dagen doof te zijn, als men hem in het Latijn aansprak, en dit wist zij, die Cedric thans ophield, zeer wel.
"Voorzeker, mijn heeren," zei hij, "de edele Cedric spreekt de waarheid, en zijn geslacht kan den voorrang boven ons eischen, zoo wel om de lengte van hun stamboom, als om die hunner mantels." "Zij gaan ons, inderdaad, in het veld vóór, evenals het wild de honden!" zei Malvoisin.
Hij zorgde voor hun gemak en wilde zich juist verwijderen, toen de Zwarte Ridder hem bij de hand vatte. "Ik verzoek u, edele Thane," zei hij, "u te herinneren, dat gij bij ons laatste scheiden beloofdet mij een gunst toe te staan voor den dienst, welken ik het geluk had u te bewijzen." "Hij is toegestaan eer gij hem noemt, edele ridder," antwoordde Cedric, "maar in dit droevig oogenblik "
Dat allen op zijne gezondheid de bekers vullen, en vooral Cedric van Rotherwood, de waardige vader van een zoo veel belovenden zoon." "Neen, mijn Vorst," hernam Cedric, opstaande, en zijn beker onaangeroerd op de tafel plaatsende, "ik geef den naam van zoon niet aan den ongehoorzamen jongeling, die mijne bevelen veracht, en de zeden en gewoonten zijner voorvaderen verzaakt."
"Laat hem binnen," zeide Cedric, "wie hij ook zij; een nacht, zooals die, welke buiten woedt, dwingt zelfs wilde dieren bij de tammen te schuilen, en bescherming te zoeken bij den mensch, hun vijand, liever dan door het geweld der elementen om te komen. Laat in al zijn behoeften voorzien zorg gij er voor, Oswald!"
"Gods wil geschiede!" zei Cedric, met een stem bevende van toorn, hetgeen Front-de-Boeuf aan vrees toeschreef. "Ik zie," zeide hij, "dat gij u reeds verbeeldt, dat onze gewapenden in uwe spijskamer en in uw bierkelder zijn. Maar bewijs mij een dienst, heilige man, en wat ook anderen moge overkomen, gij zult even veilig slapen in uw cel, als een slak in haar huisje."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek