Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


De vrouwen, gillende, met Nilus en Taurus, wilden vluchten, naar de Suburra terug. Vaarwel, dominus, vaarwel! Jongens, vaarwel! Wie zal zeggen, òf het een gunstige dag is, dat je reis aanvangt! riep Nilus. We kunnen niet voort! riep Cecilius. Het is maar beter....! .... beter, dat we blijven!! riep Cecilianus.

.... naar òns luisteren, poogde Cecilius zijn broêrtje, als een vlieg, het woord af te vangen. Je zegt, dat je niets meer hebt, maar.... Maar je hebt òns, wist Cecilianus Cecilius snel in de rede te vallen. Zijn wij dan niets....? Verbeeldt je, dat wij niets zouden zijn....! Ik heb toch geen troèp meer!! riep de dominus. Wat kan ik doen met jullie alleen!

De voorbijgangers zagen hen aan, zoo als zij oliebollen aten, gedost in hun gele tunieken, geborduurd en met de lokken zoo blond en lang. En de voorbijgangers riepen. Het waren werklui, kleine kooplui. De jongens staken hun tongen uit. Toen gingen zij verder, den Boog van Titus door en zagen naar de bas-reliëfs binnen den Boog. De Joodsche Kandelaar .... grinnikte Cecilius.

Je wisselaar in Alexandrië heeft zich van kant gemaakt, zei Cecilianus; maar dat heb ik wel altijd gedacht, dat die.... Ja, dat diè op een goeden dag er op de een of andere manier van door zoû gaan, viel Cecilius in. Maar je hebt anders nog w

Zij bemoeiden zich niet met de anderen daar zat de heele grex; daar zaten de Gallen en gladiatoren maar zij, hun bord in hun schoot, hun kroes in de vingers, vertelden, vertelden maar door.... Je moet dan weten, zei Cecilius om hen heen roezemoesde het stemgedruisch dat juist, toen de "paraziet" in het midden van zijn groote scène was....

De jonge komediant zag bleek, vermagerd, in zijn lange, zijden tuniek; dof stonden zijn donkere oogen. Plinius ging Earinus te gemoet. Earinus.... Edele Plinius.... Cecilius is vrij.... Carpoforus heeft het gevraagd en de Keizer heeft hem toe gestaan, wat hij zelfs Martialis niet toe stond.... Cecilius, je gaat met mij meê. Naar Laurentum. En gauw zal je Cecilianus terug zien.

.... den edelen Plinius. En hij heeft ons zelfs gevraagd, toen hij weg ging, fluisterde Cecilius, met een blik naar de deur of Hermes niet hoorde; om de boeken en rollen in orde te brengen, want Hermes, die zet maar Latijn naast Grieksch en Zozimus is meê met zijn meester, om van lucht te veranderen, weet je, en nu zullen wij naar behooren de boeken schikken.

De matrona is eigenlijk een rol voor Clarus, minachtte Cecilius. Zij zagen elkander twijfelend aan. Zij hielden veel van elkaâr; zij gunden elkander de rol van Erotium, die aardige rol van de deerne, maar zij hadden het geen van beiden voorzien op de vervelende rol van de matrona.... Dominus zal wel beslissen. .... Ja, zal wel beslissen, schikte zich Cecilianus. Kijk, hoe mooi het hier is!

Gek ding, die Kandelaar, beaâmde Cecilianus en zij liepen den weg af. Kijk, wees Cecilius. De Palatinus! Mooi! bewonderde Cecilianus. Het Flavische Paleis schitterde tegen de blauwe lucht. De zware zuilen verluchtigden glinstergreinig in het reeds van lentezoelte trillende licht, daar boven op den paleisheuvel.

Wáar laten ze het beest? vroeg Cecilianus bang. Waar wordt het opgesloten? Wordt het opgesloten?? vroeg Cecilius, nu niet zoo bang. Bij den ezel van Nilus? Want die treedt op in den Proloog! Beneden, in het gewelf, zeker, meende Gymnazium. En de kleedster zeide: Ja, onder de planken!

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek