Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


Hij komt van avond niet terug.... De edele Crispina was ook ongerust.... Cecilius! stamelde doodsbleek de dominus. Cecilius bij den Keizer! Hoe is dat gebeurd?! Het is die edele Crispinus, zei snikkend Cecilianus, terwijl de soldaten meêlijdend den jongen omringden.

De dichter praatte overredend, gemoedelijk, maakte er grapjes door. En Plinius, die toen naderde, zeide: Cecilius, als je met Martialis meê gaat naar Nomentum om te genezen in de frissche buitenlucht, zal ik je geven w

Zij begrepen elkander met éen blik.... Alleredelste heer, zei Cecilius; mijn broertje meent als ik, dat, zeer zeker, het ons hooge eer en groot voordeel zoû zijn.... zoo wij niet vreesden, dat onze dominus.... indien wij zoo lang weg blijven.... Ongerust zal worden, voltooide Cecilianus schuchter, omdat Cecilius, plotseling verlegen, steken bleef.

Waar wordt de beer opgesloten? vroegen de fluitspeelsters, bleek, toen zij de houten trap af kwamen, achter den scæna-muur. Het Voorspel was geëindigd. In het gewelf, ònder het tooneel! zei Cecilius. .... Ja, ònder het tooneel! beâamde Cecilianus bleek. Verschrikkelijk! Zij waren beiden gekapt.... Jongens, zei de dominus. Aan het werk! Hier zijn de Grieksche vrouwemaskers van den edelen Plinius.

Vertel eens.... zeide Fabulla. Wat, zusje-lief? schertste Cecilius, brutaal en toch kinderlijk. Kom eens dichter.... Het is zoo vol.... Ik k

Cecilius en Cecilianus, in hun kamertje, ontkleedden zich koortsig, want nu de Bacchides waren gespeeld en zij niet meer hadden te doen, wilden zij in het Theater de na-spelen zien: de atellanæ, en dan de exodium-spelen! Jongens, zei de dominus, stralend, alles van den beer vergeten; jullie hebben mooi gespeeld! Dominus, zei Cecilianus; we voèlden, dat we mooi speelden.

Genaast ge, heer, terwijl ge tòch uw broêr, wiens boezemvriend ge waart, verloort? vroeg Cecilianus. Ja.... Stierf hij, heer? Ja, Hij stierf.... Is Cecilius ook dood? kreunde de knaap. De heilige Man hield steeds zijn hand op het hoofd van den knaap. Vrees je daar voor, lief kind? Ja, heer.... De glimlach van den Apostel werd onuitsprekelijk zacht. Hij leeft, zeide hij.

Ja, Carpoforus.... Ik voèl het nu.... Het is in me gescheurd.... Het doet hièr altijd pijn, in mijn hart.... Wij zijn éen, Cecilius en ik.

Ik heb het gisteren nacht nièt goed kunnen zien, zei Cecilius. Het is móoier dan het Theater te Alexandrië! gaf Cecilianus toch wel toe.

Wat moeilijke tijden, voor een dominus-gregis, die zomermaanden, die zich slepen en dan met mijn tweelingen.... Joù tweelingen, dominus? Mijn tweelingen, Martialis, die misschien beiden dood gaan! Hoe lang is Cecilius nu al bij den Keizer? Hoe lang is Cecilianus al ziek! Ik weet het niet, de weken slepen zich voort.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek